zee. Soms mocht hij ook wat zeggen. Dan
ontspon zich het volgende gesprek:
Vader: 'Zeg maar: Dag kapitein'
Arjen: 'Dag kapitein'
Kapitein: 'Zo jongen, help jij je vader op
dienst?'
Arjen: 'Ja kapitein'
Vader: 'Vraag maar of het hard waait'
Arjen: Waait het hard kapitein?
Kapitein: 'Nou reken maar, er staat hier een
stevige bries'.
De gebouwtjes, de put en het kamp
De twee gebouwtjes die wij passeerden op
onze kruistocht naar de 'Vlissingse gasjes',
dienden als steunbakens voor de vliegtui
gen die op weg waren naar Schiphol. Deze
gebouwtjes waren voorzien van zendmas
ten en stonden boordevol apparatuur waar
voor wekelijks onderhoud nodig was. Dat
werd gedaan door medewerkers van de
Rijksluchtvaartdienst (RLD). De vader van
Arjen leverde onbezoldigd assistentie in de
tijd dat er niemand van de RLD aanwezig
was. De familie kon daardoor wel beschik
ken over een gratis telefoonaansluiting. De
ronde put waarin we speelden was tot 1958
voorzien van apparatuur: regenmeters.
Die stonden in een put omdat anders de
wind van invloed zou kunnen zijn op de
hoeveelheden opgevangen regen.
Naast de put stond de thermometerhut:
een wit geventileerd gebouwtje met dubbel
dak om alle weersinvloeden te elimineren.
Alle apparatuur werd regelmatig geijkt door
medewerkers van het KNMI in De Bilt. Het
Ambonezenkamp werd in de loop van de
jaren zestig geleidelijk aan ontruimd en
moest, net als het woonhuis van de weer
kundige en zijn familie, de bunkers en alle
overblijfselen van het vliegveld, plaats ma
ken voor de nieuwbouwwijk Westerzicht.
Grenspaal
Het enig overgebleven en nog altijd zicht
bare herkenningspunt is de oude grenspaal
langs het kanaal, onder aan de dijk. De
paal scheidde de gemeenten Vlissingen en
Souburg en heeft tegenwoordig geen func
tie meer omdat de laatste in 1966 werd ge
annexeerd door de eerste. Af en toe klim ik
vanaf het jaagpad en de grenspaal nog wel
eens over de dijk. Ik probeer me dan voor
te stellen hoe en waar alles ook al weer lag.
Ik kom er nooit uit.
(De afbeeldingen zijn afkomstig uit het pri-
vé-archief van de auteur)
20
Den Spiegel