tijkvakken scheepswerktuigkunde, stoom ketels en electro9) Boeken konden worden gekocht bij boekhandel D. Goetheer in de Paul Krugerstraat10 en het lesgeld bedroeg vijf gulden per maand. Op weg naar huis hadden ze allebei ai een beslissing genomen: dit moesten ze doen. Zeeman worden was natuurlijk vele malen leuker dan het vooruitzicht de rest van je leven te moeten slijten aan de draaiban ken van de scheepswerf. Piet senior dacht daar later die avond anders over maar ging overstag nadat Piet junior had beloofd te blijven werken en alles van zijn eigen loon te betalen. Bij Ko Kraak thuis had zich een zelfde discussie afgespeeld en de volgende dag kende de zeevaartschool twee nieuwe studenten. De lessen begonnen in september 1942. In het klasje zaten, behalve Ko en Piet, nog twee jongens: Dick Smit en Jan Ragut. Alle vier zouden ze de opleiding, die duurde van september 1942 tot augustus 1944, met succes afronden. Overdag werd er ge werkt op de scheepswerf (vijf volle dagen door de week en de zaterdagochtend). Drie avonden, van 19.00 tot 22.00 uur, gingen ze naar school. De andere avonden moesten worden besteed aan het huiswerk wat niet gering was. Van enig uitgaansleven, voor zover al mogelijk in de oorlogsjaren, was nauwelijks sprake, maar daar zaten de jon gens niet echt mee. Ze waren aan het leren voor een diploma dat hen in afzienbare tijd de toegang zou verschaffen tot de wereld buiten Vlissingen, Zeeland en Nederland, de wereld van het echte avontuur. Van de lessen en de leraren zelf zijn met name de anekdotes in de herinnering ge- 9 In het tweede jaar zou daar ook nog het vak Technisch Engels bij komen (één avond) dat werd gegeven door een leraar die aan de Koudekerkseweg woonde. De naam van de leraar is niet bekend. De lessen werden gegeven op de eerste verdieping. In de jaren vijftig vestigde de zoon van Jan Vader er zijn huisartsenpraktijk. 10 Deze boekhandel was gevestigd aan de Paul Krugerstraat 41 - 43 en werd later boekhandel De Ruiter. Jan 'Punt' Vader, leraar scheepswerk tuigkunde, stoomke tels en electro aan de Zeevaartschool en de centrale figuur in het oorlogsklasje van 1942-1944. bleven. Vooral Jan Vader tekende voor nogal wat boude uitspraken. Hij kreeg als bijnaam 'Punt' Vader omdat hij bij dicta ten op een zeer nadrukkelijke en gearticu leerde wijze de punten, de komma's en de puntkomma's voorlas. Het bekendst is zijn opmerking: dat moet je dan maar op gezag aannemen', wanneer iemand een on derwerp na twee keer uitleggen nog niet be greep11. Omdat het oorlog was, hadden veel uitspraken betrekking op de omstandighe den van die tijd. Wanneer iemand tijdens de les naar het toilet wilde, werd dat toege staan, maar met de strikte opdracht: '...niet (te) pissen in de emmer met luchtbescher mingswater'. Ook werden waarschuwingen gegeven voor het mogelijk latere leven aan boord: denk om de kakkerlakken, want die beesten vermenigvuldigen zich met een snelheid, een betere zaak waardig'. Slecht bordschrift werd steevast bestraft met de opmerking dat de weergegeven letter meer leek op een zwangere eend dan op de let ter zelf en slaperige leerlingen (ze hadden per slot van rekening al tien uur gewerkt op zo'n dag) werden terecht gewezen met de retorische vraag of ze de binnenkant van hun ogen aan het bestuderen waren. Een andere oudleerling en later ook leraar, Jan Kodde, herinnert zich uit de periode voor de oorlog: 'Bij het betreden van het leslokaal was de begroeting van zijn kant meermalen 'Doorluchtig gezelschap, goedemorgen'. Tijdens de les gebruikte hij zo nu en dan Maleise woorden, bijvoorbeeld: 'Hé Tuan Kajoe, zit niet te stinkvogelen', hetgeen betekende dat meneer Van Houten beter 11 Deze opmerking is ook opgetekend in het eerder ge noemde jubileumboek uit 1978. Januari 2010 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2010 | | pagina 25