van Koning Willem III en zijn broer Frederik
Hendrik werd twee jaar na de opening van
de havens de Stoomvaartmaatschappij
Zeeland (SMZ) opgericht. Deze maatschap
pij zou decennia lang de belangrijkste veer-
verbinding met Engeland vormen en vanaf
1876 werd al de post naar Engeland via deze
lijn vervoerd. Het idee voor deze veerverbin-
ding was al ontstaan voor de opening van de
haven en een goede weersverwachting was
voor de vaart essentieel. Juist het KNMI be
schouwde de weersverwachting vooral voor
de scheepvaart als een van haar belangrijk
ste taken en nu Vlissingen een haven van
belang zou worden, kon zij niet ontbreken in
deze havenstad.
In 1873, met de oplevering van het ha
ven- en sluizencomplex werd ook een me
teorologisch observatorium van het KNMI
opgeleverd. Het vormde een geheel met
de woning van de sluismeester. Op het
torentje stonden allerlei meetapparaten
die regelmatig werden afgelezen en daar
mee was Vlissingen een vaste post gewor
den voor de weerwaarnemingen. Dankzij
een aantal foto's uit het gemeentearchief
Vlissingen weten we ook hoe het gebouw
er werkelijk heeft uitgezien. Een bijna go
tisch aandoend bouwwerk geheel in de stijl
van die tijd. Het observatorium is bijna een
kerktoren met galmgaten en op de hoeken
pinakels. De apparatuur om de luchtdruk
te meten staat dan weer op een extra ver
hoging. Het is een waar pronkstuk als af
sluiting van de haven- en spoorwerken en
daarmee ook een tempel voor het KNMI.
Zelfs het hoofdgebouw in Cltrecht had niet
zo'n bijzondere vorm. Heel opvallend onder
de galmgaten is, bijna als een roosvenster,
een grote klok zichtbaar. Deze klok was te
zien voor alle schepen die in de sluis lagen.
Hoogstwaarschijnlijk werd de waterstand
aangegeven. De gezagvoerder van een
vertrekkend schip kon zich daardoor goed
informeren over de waterstanden. Ging het
ebben of werd het juist vloed. Voor de vaart
op de Westerschelde met de vele zandban
ken vrij essentieel. Het KNMI waarschuwde
daarmee niet alleen voor slecht weer, maar
ook voor mogelijk verraderlijke stromingen.
Het gebouw met klok was dan ook niet over
het hoofd te zien. Tot 1929 was het in ge
bruik. In dat jaar werd de keersluis gebouwd
om de steeds grotere schepen van de KMS
door te laten. Het trotse gebouw stond in
de weg. Het observatorium werd vervangen
door een veel minder opvallend gebouwtje
(het huidige is overigens van na de Tweede
Wereldoorlog). De hooglaagwaterklok heeft
nog heel lang in een klein gebouwtje op het
sluisterrein gestaan. Aan het eind van de
vorige eeuw is het ongemerkt verdwenen.
Terug naar de aquarel die leidde tot de
zoektocht naar het 'kathedraaltje' van
Vlissingen.
De aquarel is uiteindelijk aangekocht, waar
bij de Stichting Hervormde Jeugdgebouwen
de aankoopsom voor haar rekening heeft
genomen. In het echt was de Schütz veel
groter. Net buiten de afbeelding van de mij
toegezonden mail is een roeibootje te zien
waarvan de manier van schilderen mij on
middellijk wakker deed worden. Het is ge
schilderd door J.F. Schütz. Hij leefde van
1817 tot 1888. Zijn vader was zeeman. Hij
had daardoor iets met de zee en werd een
begaafd zeeschilder, toen en ook nu is hij
zeer populair.
De SMZ voer de eerste jaren met rader
schepen, de 'Stad Vlissingen' en de 'Stad
Middelburg'. Beide voldeden niet en werden
al in 1878 vervangen door betere schepen.
De aquarel, gedateerd 1876, is daarmee
historisch een waardevolle afbeelding. Een
schip van de SMZ dat slechts heel kort heeft
gevaren. Ondanks het feit dat de aquarel
enigszins verbleekt is, is het een bijzondere
aanwinst. De aquarel is tot en met 31 maart
2010 te zien in het muZEEum en zal dan
opgeborgen worden in de veilige kluizen van
het gemeentearchief van Vlissingen.
4
Den Spiegel