Zwaar bewolkt met kans op enige regen
JULES BRAAT
Het KNMI-observatorium te Vlissingen
Het weer, een fenomeen waar iedereen mee te
maken heeft. Luchtvaart, scheepvaart, de bouw
en sport zijn activiteiten, die erg afhankelijk zijn
van het weer. Ook op het dagelijkse leven van
de gewone burger heeft het invloed. Radio en
televisie spelen daar op in met weerpraatjes en
weersverwachtingen in alle soorten en maten.
Al onder keizer Karei de Grote (742-814) werd
begonnen met het systematisch vastleggen van
weergegevens. Toen het Karolingische rijk na
zijn dood uiteenviel, kwam daar een eind aan
maar vanaf 1200 werden weer gegevens vastge
legd. Dat gebeurde onder andere in kloosters en
ook reizigers maakten nogal eens aantekeningen
over het weer. Belangrijke bronnen zijn verder
brieven, dagboeken, kronieken, rekeningen en
scheepsjournalen.
Het KNMI
Aan het begin van de negentiende eeuw
werden op de Utrechtse Domtoren door
professor Van Rees regenwaamemingen ge
daan. Hij inspireerde de Utrechtse studenten
C.H.D. Buys Ballot en F.W.C. Krecke zich te
verdiepen in de meteorologie. Vanaf decem
ber 1848 begonnen zij met meteorologische
waarnemingen op het bolwerk Sonnenborgh
in Utrecht. Dit is min of meer de start van
het eerste Nederlandse Meteorologische
Instituut. Buys Ballot en Krecke wisten de
toen elders al in Nederland gevestigde waar
nemingsstations tot een samenhangend ge
heel te verenigen, waarbij Utrecht het mid
delpunt vormde.
Het nieuwe instituut ontwikkelde zich voor
spoedig en Buys Ballot besloot de rege
ring om financiële steun te vragen. Na een
bezoek van minister Thorbecke aan het
Utrechtse observatorium werd in 1853 door
het Rijk financiële steun toegezegd.
Na een aanvraag om erkenning als rijks
instituut werd bij Koninklijk Besluit van
31 januari 1854 te Utrecht het Koninklijk
Nederlands Meteorologisch Instituut opge
richt; tussen 1893 en 1897 verhuisde het
naar De Bilt.
Houtgravure uit The Illustrated London News, ter
gelegenheid van de opening van de nieuwe zeesluis in
1873 door koning Willem III. In het midden het eerste
weerstation van het KNMI.
(prentencollectie Gemeentearchief Vlissingen)
Weerstation Vlissingen, de eerste jaren
Over de vroege jaren van dit station is wei
nig bekend. Wel staat vast, dat rond 1850
op het wachtschip en het marine-etablisse
ment meteorologische waarnemingen wer
den gedaan. Verder was er ten behoeve van
de scheepvaart een zogenaamde tijdseinin
richting met tijdbal. Op 1 juni 1854 werd op
het Arsenaal een tijdtelegraaf operationeel,
die 'den middelbaren tijd' aangaf, nodig
voor het verifiëren van de scheepschrono-
meters en het juiste tijdstip voor de waar
nemingen.
Driemaal per dag werd de stand van baro
meter en thermometer opgenomen en de
relatieve vochtigheid bepaald. Ook wer
den neerslag, zicht en windrichting geme-
Januari 2010
5