tegenwoordig. Het begrip 'zeezicht' wekt in
onze moderne tijd een gevoel op van 'ex
clusief wonen'. Hoe anders was dat vroe
ger. 'Wonen' stond vooral voor veiligheid,
dekking en geborgenheid. Zeezicht bete
kende vooral 'gezien worden' en dat wilde
men liever niet. Men woonde in de beschut
ting van de stad en waande zich veilig voor
het geweld van de vijand en van de natuur.
De dijken en de versterkte stadswallen die
aan het water grensden waren bestemd voor
het beschermen van de stad en niet voor
exclusief wonen. Dat deed men in de stad.
Het al eerder geciteerde Aardrijkskundig
Woordenboek uit 1872 zegt hierover: 'De
schoonste huizen der stad staan aan de ha
vens'. En de havens lagen zonder uitzonde
ring binnen de versterkte stadsmuren.
De hoek Coosje Buskenstraat-Boulevard
de Ruyter heeft vanaf de vijftiende eeuw op
de stadswallen gelegen. Wanneer we de ge
schiedenis volgen, blijken de eerste bouw
werken vooral fortificaties, kazernes en
bunkers te zijn. In 1563 werd de toenmalige
Westwal (nu Boulevard de Ruyter) door
getrokken naar de Duinweg (nu de Coosje
Buskenstraat). Op de hoek kwam een ves
tingwerk: het Qasthuisbolwerk, genoemd
naar het gasthuis dat daar enkele tiental
len jaren eerder was gebouwd. Het gast-
huisbolwerk werd ingericht als Bastion. De
Plattedijk (nu Boulevard Bankert) werd met
het Bastion verbonden door een zeewering.
In deze zeewering waren ondergrondse gan
gen aangebracht. Onder de plaats waar nu
appartement nummer 2 is gevestigd, was
één van deze gangen te vinden. Tussen het
Bastion en de Plattedijk kwam een lange
brug met een ophaalgedeelte, zodat de vij
and de stad niet over land kon bereiken.3
In de loop van de negentiende eeuw werd
oorlog een onderwerp waaraan we steeds
minder dachten. De laatste oorlog, die met
Napoleon, was al in 1814 beslecht. Behalve
wat schermutselingen met de Belgen, die
zich in de jaren dertig vrij maakten van
3 Y. Meeter De vesting Vlissingen in: Vlissingen 1572-
1972 (1972)
Nederland, leefden we al bijna 90 jaar in
vrede. Tijd om te gaan denken aan an
dere gebouwen dan verdedigingswerken.
Gebouwen die bestemd waren voor wo
nen en recreatie. Zoals het gebouw van de
Sociëteit Clnitas (omslag), dat in 1897 ver
rees op onze hoek.
Behalve eten en drinken in het café-res-
taurantgedeelte, konden de leden van de
sociëteit kegelen, schieten en lezingen vol
gen. Ook was er een toneel- en concert
zaal. Vanaf 1903 hadden de leden ook de
beschikking over gas, water en elektriciteit.
In de eerste twintig jaar van haar bestaan
was de sociëteit een bloeiende vereniging.
Daarna nam het ledenaantal sterk af en
zocht men naar aanvullende activiteiten.
In 1924 werd een lokaal verhuurd aan de
Vlissingse vrijmetselaarsloge L'Astre de
l'Orient. De locatie beviel blijkbaar goed,
want nog geen twee jaar later kocht de loge
voor een bedrag van 10.300 gulden het he
le gebouw. Een jaar later werd er nog een
stukje grond bijgekocht. De aankopen wer
den deels gefinancierd met de eigen spaar
gelden van de loge en deels met een lening
van 9.000 gulden bij de Maatschappij Tot
Nut van het Algemeen. In 1927 kon, na een
ingrijpende verbouwing, het gebouw offici
eel in gebruik genomen worden.
Gedurende het eerste oorlogsjaar 1940 wer-
Het gebouw van de, in de oorlog verboden
Vrijmetselaarsloge i'Astre de l'Orient. Tijdens
de Tweede Wereldoorlog doet het pand dienst
als groepshuis voor de Kring Vlissingen van
de NSB. Spandoek op de gevel met tekst
'Mussert of Moskou, Houzee'. 1941
April 2010
9