Seheldewaeht: Hr. A/Is. Queen Wilhelmina te Vlissingen Jules Braat Vlissingen begin 1946... een zwaar verwoeste stad. Ook de maritieme sector had zwaar geleden, havens en installaties waren vrijwel volledig verwoest. Na de bevrijding werd kapitein luitenant-ter-zee J. Tissot van Patot aangesteld als marine-commandant met de opdracht de infrastructuur van de marine te herstellen en de haven weer toegankelijk te maken. Hij had de beschikking over ongeveer 500 man marinepersoneel, verspreid over een tiental locaties in Vlissingen. Samen met Engelse een heden werkten zij aan herstel van de havens en bij het lichten van wrakken. Langs de kustlijn en in de zeegaten werden door de marine met behulp van Duitse krijgsgevangenen mijnen geruimd. In de beginperiode was een aantal Engelse schepen in Vlissingen gestationeerd, LCT's (landingsvaartuigen), bergingsvaartuigen, lichters en sleepboten, maar langzamerhand werd de Engelse hulp afgebouwd en namen Nederlandse instanties het opruimings- en herstelwerk over. Ook het toezicht in de Zeeuwse wateren werd weer een puur Nederlandse zaak, daartoe werd begin februari 1946 Hr. Ms. Queen Wilhelmina in Vlissingen gestationeerd. De Koninklijke Marine Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog was de Koninklijke Marine over de hele wereld verspreid: Engeland, de Verenigde Staten, het Caribisch gebied, Australië, Ceylon en uiteraard Nederland. De proble men waarmee zij te maken kreeg waren gi gantisch. Tijdens de oorlog was een groot deel van de vloot verloren gegaan, nieuw bouw en aankopen moesten de verliezen opvangen. Veel marinemensen waren om gekomen, daarom moest nieuw personeel worden geworven en opgeleid. Daarbij kwam de Indische kwestie. Na de capitulatie van Japan probeerde Nederland haar gezag over Nederlands-lndië te her stellen, een taak waarbij de marine een grote rol speelde. Vanuit ons land werden manschappen en materieel naar de Oost vervoerd, hier eisten kustbewaking en her stel van havens de aandacht. Vlissingen en de marine Voor de Tweede Wereldoorlog was Vlis singen een belangrijk steunpunt van de Koninklijke Marine. Aan boord van het wachtschip Hr. Ms. Noord-Brabant was de matrozenopieiding gevestigd, er lag een kanonneerboot (Hr. Ms. Brinio), een aantal mijnenleggers en -vegers. Alles bij elkaar was in Vlissingen zo'n 800 man gelegerd. Hun aanwezigheid was van groot econo misch belang en zorgde ook voor het nodi ge vertier. Zoals vermeld, lag na de bevrij ding een detachement van ongeveer 500 man in de Scheldestad en rekende men daar op een permanente aanwezigheid van marineblauw. Hr. Ms. Queen Wilhelmina Met de stationering van de Queen Wilhel mina (in het vervolg afgekort tot QW) in Vlissingen kreeg de stad een bijzonder schip op haar grondgebied. Het was in 1942 bij de werf Lawley Sons in Newport VS voor de Amerikaanse marine gebouwd. President Roosevelt bood het onder de bepalingen van de Leen- en Pachtwet aan Nederland aan en stelde voor het naar koningin Wilhelmina te noemen, die algemeen gezien werd als sym bool van Nederlandse moed en vastbera denheid. Nederland aanvaardde het aanbod en begin augustus 1942 werd het schip in 12 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2010 | | pagina 14