een maritieme tentoonstelling geopend.
De opening werd verricht door wethouder
W. Poppe en ook de pas benoemde burge
meester B. Kolff voerde het woord. Op de
tentoonstelling werd aandacht geschonken
aan alle takken van de Nederlandse zee
vaart (dus niet alleen aan de marine).
Tijdens de tentoonstellingsdagen werd in
de Luxorbioscoop een aantal marinefilms
getoond.
Gelijk met de tentoonstelling was in de
openbare leeszaal een expositie van ma
ritieme boeken, die echter minder belang
stelling trok.
Ook de QW speelde een rol in het gebeu
ren: zaterdags en zondags was het schip
open voor publiek, voor de Vlissingers een
nieuwe ervaring.
Tussendoor ging de QW een week naar
Rotterdam, waar op dat moment Engelse
en Franse oorlogsschepen op bezoek wa
ren. Vrijdagsavonds was zij terug in Vlis-
singen en werd zij in het weekend weer
opengesteld voor publiek. Direct na afloop
hiervan ging de bemanning een week met
verlof, alleen een kernbemanning van zes
koppen bleef aan boord.
De maritieme tentoonstelling, die tot 27
maart werd gehouden, was een succes. In de
eerste week werden 6500 bezoekers geregi
streerd, op de openingsdag alleen al 1300.
Patrouilleren langs de Nederlandse kust
Met Vlissingen als thuisbasis werd gevaren
langs de Nederlandse kust tot aan Delfzijl.
Begin april vertrok de QW naar Rotterdam,
ter hoogte van Hoek van Holland werden
de motoren gestopt en het radiostation van
de Hoek gepeild.
In Rotterdam kwam nog een aantal sche
pelingen aan boord en na enkele dagen
oponthoud ging het naar IJmuiden waar
een korte stop werd gemaakt. Via de zoge
naamde Elbe-Texelroute en het Stortemelk
werd Terschelling bereikt van waar con
tact met Vlissingen werd onderhouden. Op
Terschelling werd gevoetbald tegen het
Marinedetachement Terschelling, dat met
zestien tegen één verpletterend werd ver
slagen.
Op 6 april werd Terschelling verlaten en
koers gezet naar IJmuiden. Direct na ver
trek werd het radiostation van Terschelling
gepeild, na een overnachting in IJmuiden
bereikte de QW op 7 april Rotterdam.
De volgende dag werd een geheim telegram
ontvangen met de order om naar Delfzijl te
vertrekken. Onderweg daarheen werd de
onderzeeër Hr. Ms. Zwaardvis ontmoet,
na het calibreren van het radiopeilstation
Den Helder werd Nieuwediep aangelopen.
Daar werden brandstof en water ingeno
men, na een nachtelijke reis werd de uiter
ton van het Hubertsgat bereikt. Op 9 april
in de ochtend voer de QW de haven van
Delfzijl binnen. Na een paar dagen Delfzijl
en enkele dagen Rotterdam was de QW op
20 april weer in Vlissingen.
Leven aan boord
Tot dusver hebben we de reizen van de QW
belicht, maar hoe zat het eigenlijk met de
bemanning? Hoe was het leven aan boord?
Wat voor taken had de equipage?
Die bestonden uit scheepswerkzaamheden
in de ruimste zin van het woord: trossen
losgooien bij vertrek, vlag hijsen, wachtlo
pen, assistentie bij het afmeren, schilderen,
brandstof en water laden, dek soppen, touw
splitsen, schietoefeningen en ga zo maar
door. Niemand hoefde zich te vervelen.
Ontspanning zochten de schepelingen tij
dens het passagieren, soms was er een
voetbalwedstrijd tegen andere marineon
derdelen. Bij mooi weer werd gezwommen
waarbij soms ter assistentie een vlet werd
gevierd. Voor de geestelijke verzorging
werden in Rotterdam kerkdiensten aan
boord georganiseerd, hoe het daarmee in
Vlissingen gesteld was, is niet bekend, mis
schien werden de reguliere diensten aan de
wal bezocht.
Ceremonieel
Bij bepaalde gelegenheden was het alle
hens voor de boeg en werden vlag en geus
gehesen.
Het laatste gebeurde bijvoorbeeld bij het
bezoek of passeren van buitenlandse oor-
16
Den Spiegel