treurspel voor de kust uan Walcheren. Met deze toepasselijke ondertitel had ik geen moeite en zeker niet als dit bedacht was door een man bekend om zijn maritieme geschriften. In 2008 werd ik gebeld door een man met de naam Arthur Scheijde. Hij vertelde in Brabant te wonen en zeer geïnteresseerd te zijn in de geschiedenis van het vergaan van het VOC-schip de Woestduyn voor de kust van Walcheren in 1779. Hij had het door mij geschreven verhaal aangetroffen in De Blauwe Wimpel van april 1985 en vroeg me eens langs te mogen komen om over een en ander te praten. Ik vroeg hem naar de reden van zijn belangstelling voor dit 'maritieme treurspel'. (Jit onderzoek naar de genealogie van zijn familie bleek dat één van zijn verre voor vaderen, Adriaan Scheijde, zich aan boord had bevonden van de Woestduyn en be hoorde tot de geredden van deze scheeps ramp. Arthur Scheijde was daarna vele malen in het Zeeuwse, niet alleen om mij te bezoe ken doch ook om de archieven te raadple gen en aan de Vlissingse waterkant te zijn. Die blik naar de verre kim en het zilte nat; de sfeer te proeven waar één en ander zich had afgespeeld, om nog meer te weten te komen over de Woestduyn. De Woestduyn schipbreuk nader ontrafeld zo is de bescheiden benaming die de schrij ver geeft aan zijn onderzoek naar wat er ver voor en na deze ramp op de Walcherse kust plaats vond. Nu zal zijn fraaie boek ver schijnen met vele afbeeldingen die Scheijde tekende en kleur gaf. In de jaren dat hij eraan werkte, bezocht hij mij vele malen in het voor hem zo ver gelegen Zeeland en spraken we over zijn vorderingen. In de latere gesprekken was voor mij alles nieuw wat hij me vertelde. Historische feiten over de Engelse passa giers, wie zij waren en hoe ze aan boord van de Woestduyn geraakten. Belangrijke gebeurtenissen en onbekend in de reeds zo ruim beschreven geschiedenis van het ver gaan van de Woestduyn. De bereidheid van de schrijver vele archie ven te bezoeken, ook in het buitenland, had tot gevolg dat hij interessante personen op het spoor kwam, ook hun achtergronden onderzocht en op die wijze met zijn boek veel toevoegde aan de geschiedschrijving over de ondergang van de Woestduyn en de VOC, de compagnie waartoe dit schip behoorde; de eerste en grootste multinatio nal van Nederland. Wat ook zeer opvalt is de subtitel van het boek van Scheijde: De legendarische red ding, de opvarenden en het verdwenen for tuin. Dit laatste moet voor de geachte lezer nieuwsgierigheid en belangstelling opwek ken. q iÏSZhAy /it w,*. 2J' A f.7,/ t/A <P ,/c r- yVS y» f 'XS A1 26 Qrft i ..<j*7;,, -j pj ff A Hyfy btr. te? ©r/i - S&4-) Si rf> 6 i y tc 9 jé y 0 '2 - ~f' cA /y j/4 *n\ >o \if A4 'hj y/JAj: H' I X7 - \,s ti? Sc, jp a- 1 I - SfSV' (s A S 6* JA Sa Rekening van het Gasthuis voor het onder brengen van 87 personen met in totaal 468 dagen. De kosten bedroegen 39 Vlaams. 4 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2010 | | pagina 6