Scheijdes onderzoek geeft een beeld van
Vlissingen op het einde van de achttiende
eeuw. Over alle leden van de bemanning
van het schip van Naerebout wordt iets ver
teld, waar zij woonden en wie zij waren.
Velen weten dat de rijke heer Daniel
Octavus Barwell als passagier op de
Woestduyn de ramp niet overleefde en in
een praalgraf in de St. Jacobskerk werd be
graven. Voor de achterwand van het heden
daagse graf staat nog een monument van
zwart en wit marmer. Het heeft de vorm van
een gedenknaald met een portretmedail
lon en het familiewapen. Scheijde vertelt
wie deze Barwell was en waar hij zoal in de
Oost, in zijn geval in India, voor de Engelse
Oost-Indië Compagnie had gewerkt en
wat dit alles had opgebracht. Dat fortuin
was aan boord van de Woestduyn en waar
het gebleven is, is nog altijd niet bekend.
Misschien vinden we dat nog eens, daar
Het marmeren Barwell monument in de Sint
Jacobskerk in Vlissingen, zoals het er oorspronkelijk
uitzag.
(Tekening Arthur Scheijde)
Portret van Barwell. Deze afbeelding is gebaseerd op
twee portretten van zijn broer Richard en het portret
medaillon op zijn grafmonument.
(Tekening Arthur Scheijde)
ergens op de zeebodem nabij Zoutelande?
Daniels zus Mary Barwell, in sommige ge
schriften een 'zonderlinge en rare vrouw'
genoemd, beschuldigde de Zeeuwen van
moord en diefstal van Daniels fortuin. Zij
schreef boze brieven naar de bewindheb
bers van VOC, Engelse kabinetleden, de
prime Minister en de ambassadeur van
Engeland in Den Haag, Sir Joseph Yorke.
En zo heeft Arthur in de Nederlandse en
Engelse archieven veel aangetroffen het
geen nog altijd veel toevoegt aan het reeds
bestaande verhaal waarin Frans Naerebout
een hoofdrol vervult.
Dit te verschijnen boek mogen we rang
schikken onder de historisch wetenschap
pelijke, van annotaties voorziene werken,
waarbij de leesbaarheid voortreffelijk is.
Ook het kleurrijke van dit boek is, voor zo
ver ik dat kan beoordelen, heel bijzonder.
Het was voor mij een genoegen en eer er
zijdelings bij betrokken te zijn.
Juli 2010
5