In de Timmerfabriek werden onder andere de meubelen voor de schepen gemaakt, ca 1960
(Gemeentearchief Vlissingen, Fotocollectie Koninklijke Scheldegroep)
plankier moest het hoogteverschil tussen
beide vloeren oplossen. Aan de buitenzijde
van het gebouw, bij de toiletten, werd een
stalen trap gemaakt.
En nog was het niet gedaan met bouwac
tiviteiten. Op de begane grond, tussen de
timmerfabriek en de houtloods, kwam in
1956 een ruime goed geoutilleerde was- en
kleedruimte gereed.
Ook in de personele sfeer gebeurde er in
de periode rond 1955 het een en ander. De
Kungsholm, het laatste grote passagiers
schip, was met verlies overgedragen aan
de Zweedse reder. Vele manuren waren
door de scheepsbeschieters besteed aan
het interieur en het meubilair van dit prach
tige schip.
Scheepsbeschieters eerste verdieping,
ca 1955
Nieuwe grote opdrachten bleven uit. De
Schelde kreeg te maken met flinke concur
rentie.
In de eerste helft van 1955 konden twee
onderzeebootjagers aan de marine wor
den overgedragen. In september van dat
jaar volgde de tewaterlating van een derde
schip uit deze serie. In de jaren die volgden
kreeg de werf opdrachten voor de bouw
van Standaard- en M-fregatten. Ook wer
den korvetten voor de Indonesische marine
afgeleverd. Het vervaardigen van scheeps-
meubilair zorgde nog wel voor werk in de
timmerfabriek, maar beduidend minder dan
voorheen.
In die periode waren vanuit de timmerfa
briek contacten gelegd met de afdeling
vliegtuigbouw in Dordrecht. Met de verkoop
aan Fokker kwam deze lichtmetaaloutillage
naar Vlissingen in de vooroorlogse vlieg
tuigbouwloodsen aan de Koningsweg. Er
brak voor het personeel van de timmerfa
briek een spannende tijd aan, want de helft
van het personeel moest omgeschoold wor
den tot aluminiumbewerker.
Oktober 2010
9