Op de open plek was ruimte ontstaan voor
de bouw van een nieuwe timmerloods.
Volgens de beschrijving bij de bouwaan-
vraag zou het nieuwe gebouw dienen als
leerlingenafdeling en voor het vervaardigen
van timmerwerk.
Zeven omwonenden meldden zich als be
zwaarmaker aan. Een van hen, de heer Bus-
kop, had in 1914 ook bezwaar gemaakt tegen
de bouw van de timmerfabriek. In de tussen
liggende periode was hij verhuisd naar Voor
burg, maar hij was nog wel steeds eigenaar
van het pand aan de Koningsweg nr. 29.
Zou het plan doorgaan, dan kwam het
woonhuis geklemd te staan tussen de tim
merfabriek en de nieuw geplande werk
plaats. De bewoner van het pand, F.H.M.
van Straelen, vreesde dat er trillingen zou
den ontstaan en dat hij veel last van vuil en
stof zou krijgen.
Volgens de directie van de KMS zouden
voorlopig geen machines in de werkplaats
komen. De bewoner hoefde niet te vrezen
voor geraas of hinder.
De Directeur van Gemeentewerken had
al snel aangegeven dat hij geen bezwaren
zag tegen inwilliging van het verzoek van
de KMS. Wel meende hij dat er hinder kon
ontstaan voor trek van de schoorstenen.
De bewoner moest zelf maar maatregelen
nemen.
Op de hoorzitting die op 1 mei 1940 volg
de, herhaalden Buskop en Van Straelen nog
eens hun bezwaren. De heer Buskop stelde
dat het probleem opgelost zou zijn als De
Schelde zijn pand zou kopen. Een voorstel
van hem was eerder door de directie afge
wezen omdat zij de bedongen koopprijs te
hoog vond.
Hotel Albion aan de Koningsweg, met rechts nog net zichtbaar een deel van de Timmerfabriek.
(Gemeentearchief Vlissingen, Fotocollectie)
Oktober 2010
7