lect uitgesproken als 'borrepos', wat bijna
hilarisch aandoet. 'Rustnamen' zijn niet on
bekend in het Zeeuwse en ver daarbuiten.
Zo treffen we Rustenburg, Damrust, Zeerust
of Rusthof. Ook de pendant duikt hier en
daar op met Zeldenrust of, een stuk hefti
ger, Woelgeest!
Het gebruik van sjiek aandoende Franse
namen was populair in voorgaande eeuwen.
Niet ver van Bon Repos bijvoorbeeld, rich
ting lntratuin Koudekerke, staat een prach
tige oude woonboerderij die luistert naar
l'Espérance. Het Frans werd ook gebezigd
als de eigenaar van Franse komaf was.
Speelhof
De eerste eigenaar van de speelhof was
Maerten Simons (Commijs). Hem komen
we tegen in 1648 in de 'Overloper van de
Westwatering van Walcheren' (een soort
belastingregister). De toevoeging Commijs
achter zijn naam werd gegeven omdat hij
het hoge ambt van commies van de West
watering van Walcheren bekleedde. In die
hoedanigheid bewoonde hij het zogeheten
commiezenhuis aan de Nolle te Vlissingen.
dit oude documenten betreffende koop
en verkoop, genoteerd in zogeheten sche
penakten, maken we op dat Simons in het
Huyge Adriaan Huyse block van een drietal
personen grond heeft gekocht; in 1646 van
de wezen van Jacob Antheunis de Bree en
van Qeeraert de Neeve, het jaar daarop van
Elisabeth Honincx. De drie delen vormden
samen één nieuw perceel, waarop in 1647
of 1648 Simons' speelhof moet zijn verre
zen.
Veel later, op de bekende Walcherenkaart
van de gebroeders Hattinga (ca. 1750)
blijkt het grondgebied van de speelhof door
verdere uitbreiding te grenzen aan dat van
de hoven Paauwenburg en Lammerenburg.
In de overloper van 1675 wordt niet Maer
ten Simons, maar zijn weduwe genoemd als
eigenaresse. Daarna volgt hun zoon Simon.
Hij heeft de hof slechts korte tijd onder zijn
hoede gehad.
Al in 1681 neemt Adriaan Taarlinck (of Teer-
linck) het buitenverblijf over van de kinde-
De eerste steen in de voorgevel met de initialen F.v.V uit 1904
(Foto Jaco Simons)
Januari 2011