Scheepvaart- en treinverkeer sluizen en de binnenhaven te zien met als enig teken van bebouwing het aan beide zij den doodlopende rijtje maisonnettes op Het Eiland. De bussen en de taxi's op het stati onsplein kunnen de bezoeker brengen waar hij wil, maar dat kan net zo goed een andere bestemming zijn dan Vlissingen, waarna de vraag zich opdringt waarom de belangrijk ste toegangspoorten zo ver buiten de fysie ke grenzen van de stad zijn geplaatst. Voor het antwoord moeten we ver terug in de tijd. Om precies te zijn: de jaren zeventig van de negentiende eeuw, waarin twee infrastruc turele ontwikkelingen op internationaal ni veau van grote invloed zijn geweest op de welvaart in Vlissingen en de wijze waarop de vervoersstromen werden ingericht: het Europese spoorwegnetwerk en het scheep vaartverkeer van en naar Engeland. Tussen de landen op het vasteland van Eu ropa en Engeland werden al in de zestiende eeuw geregelde diensten onderhouden om passagiers en post te vervoeren. De meest gebruikte havens waren die aan de oevers van Het Kanaal. In Europa waren dat on der andere Nieuwpoort, Antwerpen, Calais, Hellevoetsluis, Brielle, Maassluis, Oosten de, Breskens en Vlissingen. In Engeland speelden Dover, Margate en Ramsgate een belangrijke rol en later ook Sheerness en Queenborough, beide gelegen langs de oe vers van de Thames. Vanuit Vlissingen en Middelburg werd er al rond 1600 door de Merchant Adventurers, een gilde van En gelse kooplieden, een postdienst onderhou den met Dover. Ook in de zeventiende eeuw bleef ons land, de Republiek der Zeven Ver enigde Nederlanden, met haar havens een belangrijke rol spelen in de postvaart met Engeland. Die werd door beide landen zo belangrijk gevonden dat ze ook gedurende de vier onderlinge oorlogen gewoon in stand werd gehouden. Pas toen de Republiek na Aanlegponton in de Buitenhaven gezien vanuit het oosten met de 'Stad Middelburg' van de Stoomvaartmaat schappij Zeeland, juni 1875. Den Spiegel 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2011 | | pagina 20