Onderzoek/maatregelen al met al werd flink wat schade aangericht. Vanzelfsprekend trok de manifestatie grote belangstelling van het publiek, op het Betje Wolffplein had zich een grote groep militai ren, opgeschoten jongens en meisjes ver zameld. Terwijl de manifestanten door de stad trok ken kwam de politie in actie. Zoveel mo gelijk agenten werden opgetrommeld en rijwielagenten verkenden de situatie. Ook werden de garnizoenscommandant, majoor Mulder, en de brigadecommandant van de marechaussee gewaarschuwd. Toevallig was op een open terrein bij de Badhuisstraat/Singel een detachement van de bereden artillerie uit Souburg aan het oefenen. Vanuit het publiek werd plotse ling een steen gegooid, die het paard van de batterijcommandant raakte. Die wist, dat het onder de militairen in Vlissingen onrus tig was en gaf bevel de Badhuisstraat met de karwats schoon te vegen. Politie en be reden militairen veegden, na sommatie, met de blanke sabel ook nog het Betje Wolffplein schoon en volgden de demonstranten naar de Nieuwendijk en het Bellamypark. Geluk kig hoefden zij niet meer in te grijpen, om streeks tien uur was de rust weergekeerd. Die avond had milicien Troeder een be nauwde ervaring. Hij was onwel geworden en naar het hospitaal gebracht, dat hij na onderzoek kon verlaten. Onderweg naar de kazerne werd hij aangesproken door enkele groepjes matrozen en soldaten. Zij vroegen hem op intimiderende wijze of hij was aan getreden voor het avondappel, maar daar wist hij zich handig uit te praten. Tijdens de ondervraging zag hij dat twee matrozen met revolvers bewapend waren. Om verdere ongeregeldheden te voorko men werden de volgende dag patrouilles ingesteld, bestaande uit een sergeant, een korporaal en acht soldaten bewapend met geweer, koppelriem en patroontassen. De patrouilles werden gelopen tussen 18 en 24 uur, steeds moesten vier patrouilles op straat zijn, na 22 uur nog twee. Deze uitbarsting van geweld was voor de mi litaire autoriteiten aanleiding een onderzoek in te stellen. Een groot aantal militairen werd verhoord, maar de meesten ontkenden aan de demonstraties te hebben meegedaan, hadden het anders gezegd, bedoelden het niet zo of hadden in de duisternis niks ge zien. Men wilde zichzelf natuurlijk vrijpleiten en ook geen kameraden verraden. Slechts enkele militairen legden een duide lijker verklaring af. Aan de hand daarvan kon worden vastgesteld, dat vijf miliciens waaronder Kinsbergen bij de rellen betrok ken waren. De commandant van de 2e compagnie, verklaarde dat hem op 28 oktober geen te kenen van ontevredenheid waren opgeval len. Het eten was kwalitatief en kwantitatief voldoende geweest. Volgens hem hadden 39 man van zijn compagnie uit solidariteit meegedaan. In de ervaringen van Troeder meende hij een complot te zien om militairen tot col lectieve dienstweigering over te halen. Een dag later was in zijn compagnie alles weer normaal, de stemming was goed en bij een schietoefening waren de resultaten bevredigend. De 39 man die hadden mee gedaan waren gestraft met tien dagen kwar tierarrest en uitsluiting van gunsten voor een bepaalde periode. De commandant van de 4e compagnie was zich ook van geen kwaad bewust. De luitenant, die had gemeld dat het eten on voldoende was, diende nog maar net bij de compagnie en had weinig ervaring. Behalve vijf militairen, die in arrest zaten of waren aangeklaagd en enkele uitzonderingen, hadden volgens hem geen militairen van zijn compagnie aan de rellen deelgenomen. Hij stelde zelfs voor het algemene verlof weer te verlenen, maar dat werd door de re gimentscommandant afgewezen. Git verder onderzoek bleek, dat het eten voldoende was, alleen grote eters kwamen minder aan hun trekken. Vergeleken met de burgerij hadden de militairen zeker niet te klagen. Wel zouden bruine bonen voortaan niet meer als soep maar als bonen worden op gediend. Klachten over het intrekken van verlof wa ren te begrijpen, maar daar was niets aan te doen. Dat bevel kwam van hogerhand 6 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2011 | | pagina 8