De kostbaarheden worden onder streng toezicht aan dek gebracht. (Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen; Foto Dert) wordt toegewezen en tot sequester wordt benoemd de N.V. Nederlandsche Handel Maatschappij te Amsterdam. Kapitein Andrews wordt veroordeeld tot afgifte van de goederen tegen een ontvangstbewijs. Dieleman verklaart namens de Baskische regering hoger beroep te zullen aantekenen bij het gerechtshof te 's Gravenhage. Met de tapissière naar de sequester Dinsdagmiddag 13 juli worden om drie uur de kostbaarheden aan boord verzegeld door notaris Paap in aanwezigheid van een groot aantal personen, waaronder de advo caten van de betrokken partijen, douane beambten, een aantal marechaussees on der leiding van de opperwachtmeester en vertegenwoordigers van de Baskische re gering. Tegen half vijf zijn alle documenten getekend en kan een ploeg havenarbeiders met het lossen beginnen. De kostbare lading, bestaande uit 11 pak ken, 9 zakken en 30 kisten wordt in een verhuiswagen geladen. op het schip niet voldoende veilig zou kun nen worden bewaard. Dieleman stelt dat de Baskische regering eigenaar is op grond van onteigening wegens staatsnoodrecht. Hij vindt sequestratie niet nodig omdat na de beslaglegging vijf bewakers zijn aan gesteld en bovendien vier marechaussees opdracht hebben een oogje in het zeil te houden. Adriaanse stelt dat de kapitein niet in gebreke is gebleven in het nakomen van zijn verplichtingen. Hij heeft geen bezwaar tegen sequestratie en acht Andrews privé niet aansprakelijk. Uitspraak: De kostbaarheden moeten van boord De rechtbank doet op zaterdag 10 juli om 10.30 uur in openbare zitting uitspraak. Het verslag hiervan is nog diezelfde zaterdag in de Vlissingsche Courant onder 'Laatste Berichten' te lezen (Er werd in die tijd dus de hele zaterdag nog volop gewerkt). De Baskische regering wordt als belang hebbende partij erkend, doch de vorde ring tot opheffen van het beslag wordt af gewezen. De eis tot sequestratiestelling Juli 2011

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2011 | | pagina 13