Einde buitenplaats In de tijd dat Jacomina Suurmond en Gillis in 't Anker de scepter zwaaiden over Papegaaienburg is deze eens zo rijke lust hof ter ziele gegaan. Ook het onderhouden van Papegaaienburg was, zoals vele buiten plaatsen, niet meer op te brengen, in een tijd waar de Fransen het eens zo welva rende Nederland in een economisch gezien diep dal wierpen. Wat er van Papegaaienburg overbleef, kun nen we op de kadastrale kaart zien.(illu stratie) De opmetingen hiervoor werden in 1822 gedaan. Boven de naam 'Noordbeek' zien we boerenhuis, -schuur en enkele bij gebouwtjes. Eronder zijn de restanten van de lusthof nog mooi te herkennen, in de vorm van (verwaarloosde) bebouwing en waterpartijen. In 1825 zag Jan Verdoorn, 'aannemer van publieke werken te Vlissingen', er wel brood in om te investeren in de resten van Papegaaienburg. Onder zijn leiding wer den omliggende bouwwerken ontmanteld en werd het bezit boerenhofstede. Met een pachter sloot Jan een contract af. Portret van Jan Verdoorn (1788-1861), ca. 1860. (Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen) Nog maar koud eigenaar, vond er een voor Verdoorn vervelend voorval plaats. Al in 1825 kreeg hij een proces verbaal van het Rijk aan z'n broek. Op zijn grondgebied bleken bomen te zijn geplant die te dicht bij het verdedigingswerk 'Midden Kroonwerk' stonden. Het was de vorige eigenaar, Gillis in 't Anker, die de bomen daar had neer gezet. Als nieuwe eigenaar was Jan echter verantwoordelijk. Gelukkig liep het voorval met een sisser af; zouden de bomen in de toekomst last gaan veroorzaken, werd van de aannemer verwacht deze op eigen kos ten te verwijderen. Meer dan 35 jaar lang bleef Jan Verdoorn eigenaar van Papegaaienburg. Pas in 1863, twee jaar na zijn dood, kocht brandspuitfa brikant Willem van der Os de hofstede, die sinds 1835, na de gemeentelijke samen voeging, in de gemeente Oost- en West- Souburg lag. Zoals het succesvolle lieden betaamde, ging ook Van der Os zich be moeien met plaatselijke politiek, door zit ting te nemen in de raad van zijn dorp. Zijn handel in brandspuiten had Van der Os geen windeieren gelegd. Git zijn nalaten schap blijkt dat Willem van der Os naast boerderij Papegaaienburg ook hofstede Maldegem bezat. Deze lag ter hoogte van de huidige sportvelden van Baskensburg, destijds eveneens vallend onder de ge meente Oost- en West-Souburg. Beide boerderijen gingen na zijn dood naar zijn weduwe, Jozina Abrahamse. Vervolgens kwamen hun kleinkinderen in beeld als erfgenamen. Zoon en advocaat Mr. Willem van der Os was namelijk al op jonge leeftijd gestorven. Kleinzoon Willem, die dezelfde naam had als zijn vader en grootvader, ging zich ont fermen over Maldegem. Deze Willem van der Os is belangrijk geweest voor de ge schiedenis van Vlissingen. Hij is tevens de grondlegger van het museum. Het gemeen tearchief van onze stad beheert de zogehe ten Bibliotheek Van der Os. Tragiek Kleindochter Josina, genoemd naar haar grootmoeder, erfde Papegaaienburg in Oktober 2011 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2011 | | pagina 17