die, volgens Luijens, van plan waren een
aanval op Zeebrugge te doen. Bij een te
rugtocht via Nederlands vaarwater konden
zij zo nodig van die gegevens gebruik ma
ken. Luijens beloofde voor de aanvullende
informatie een extra premie te geven.
De volgende dag vertrok de Seine naar het
zeegebied bij Westkapelle. Daar maakte
Berwald een kopie van de kaart met het
mijnenveld bij Cadzand, een vrij gemakke
lijke klus want die kaart hing in het stuur
huis. Tijdens het kopiëren zat Kokelaar
naast Berwald en zag dat die de kopie in
een envelop deed. Een paar dagen later gaf
Berwald de envelop aan Kokelaar met het
verzoek die bij Luijens aan huis te bezorgen.
Toen Luijens thuis kwam, gaf zijn vrouw
hem de envelop. Bij de kaart met de ge
vraagde gegevens zat het volgende brief
je: 'Hier is het begin, de rest volgt. Toon'.
Toon was natuurlijk bootsman Berwald, de
rest betrof informatie over de vaargeulen en
mijnenvelden bij Westkapelle.
Arrestatie
Die rest werd echter nooit afgeleverd. Op
de een of andere manier was de politie ach
ter de zaak gekomen en deed op 4 augus
tus 1918 een inval in het huis van Luijens.
Daar werd zeekaart 203 aangetroffen. Een
aanwezige deskundige, luitenant-ter-zee
Heeris, stelde vast dat daarop met potlood
de oorlogsbetonning was aangegeven. Dat
moest gedaan zijn door iemand, die goed
op de hoogte was van het vaargebied.
Het gevonden materiaal was voldoende be
lastend om Luijens, Berwald en Kokelaar
te arresteren en door gewapende matrozen
naar het politiebureau over te laten bren
gen. Dat bracht in de stad nogal wat op
schudding teweeg, de hele avond verdron
gen zich mensen voor het politiebureau om
meer over de zaak te weten te komen.
Op het politiebureau gaf Luijens aan re
chercheur Prins een briefje voor zijn vrouw,
waarin hij haar verzocht een onder het
vloerzeil verstopte kaart aan Prins af te ge
ven. Die werd de volgende dag aan Heeris
getoond en hij constateerde dat hierop het
mijnenveld bij Cadzand was aangegeven.
Tijdens het onderzoek werd duidelijk, dat
het ging om zaken die voor de verdediging
van Nederland van groot belang waren.
Berwald en Luijens werden in afwachting
van hun proces overgebracht naar het Huis
van Bewaring in Middelburg, Kokelaar naar
het provoosthuis in Willemsoord.
Hr.Ms. Schorpioen
Het bleef niet bij deze ene zaak, in okto
ber 1918 deed zich aan boord van Hr.Ms.
Schorpioen nog een geval van spionage
voor. Als dat gelukt was, hadden de gevol
gen voor Nederland ernstig kunnen zijn.
De Schorpioen was tijdens de eerste we
reldoorlog in Vlissingen gestationeerd als
torpedo-instructieschip en bewaarplaats
voor geheime zeekaarten. Bij sommige le
zers zal de naam Schorpioen herinneringen
oproepen, eind vorige eeuw lag zij een aan
tal jaren als museumschip aan de Loskade
in Middelburg.
Aan boord van de Schorpioen lagen o.a.
een verdedigingskaart van de Wester-
schelde, kaarten van de zeegaten van
Brouwershaven en Zierikzee, de Neder
landse zeekust, Hollands Diep, Volkerak en
de havens van de Zuiderzee. Verder waren
geheime codes, hydrografische gegevens
en zeilaanwijzingen aanwezig, kortom, de
volledige documentatie over de verdediging
van de Nederlandse wateren lag aan boord
van de Schorpioen. Al deze documenten
zaten in een gesloten trommel en werden
bewaard in een afgesloten officiershut.
Het ramschip Schorpioen wordt naar de binnenhaven
gesleept, 1982.
(Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen)
6
Den Spiegel