Luchtfoto van Oost-Souburg
gezien in oostelijke richting.
Centraal op de foto is de
Karolingische Burg goed te zien
en links ervan het Oranjeplein
met de N.H. kerk.
(Fotocollectie Gemeentearchief
Vlissingen)
in drie koninkrijken steeds meer in handen
van de adel en de Rooms-katholieke kerk.
De negende, tiende en elfde eeuw ken
merkten zich daarom door aanhoudende
militaire confrontaties tussen koningen,
keizers, bisschoppen, graven en hertogen,
waarbij grondgebieden voortdurend wissel
den van eigenaar en waarbij de graven en
de hertogen het uiteindelijk voor het zeg
gen kregen. Onder invloed van deze nieuwe
adel kwam een aantal processen op gang
die belangrijk zijn geweest voor de mo
dernisering van Europa: handel en stads-
vorming en zoals we al eerder zagen, een
toenemende vrijheid voor de burgers en
de bezoekers van de steden. Vroege voor
beelden uit de achtste, negende en tiende
eeuw in Nederland waren Dorestad (in de
buurt waar nu Wijk bij Duurstede ligt), Tiel,
Deventer en Utrecht. Deze steden waren
toegankelijk vanuit de rest van Europa
door hun ligging aan bevaarbare rivieren en
kwamen daardoor veel eerder in ontwikke
ling dan de dorpen en gehuchten langs de
monding van de Schelde.
De latere middeleeuwen
Na het jaar 1000 veranderde dit beeld.
Geleidelijk aan waren de kustgebieden toe
gankelijker geworden door het verdwijnen
van de oerbossen, de aanleg van handels
routes over land en over rivieren, maar ook
door het toenemen van de kennis over het
beheersen van stormvloeden en het inpol
deren van land. De delta werd in deze pe
riode interessanter voor de machtshebbers
en daardoor een speelbal tussen de graven
van Holland en Vlaanderen, waarbij de bis
schop van Utrecht merkwaardig genoeg
nog een tijdje aanspraak kon maken op de
visrechten in bepaalde delen.
Tot 1200 stond Zeeland vooral onder
Vlaamse invloed. Daarna zouden het de
graven van Holland zijn die de dienst gin
gen uitmaken.
De Vlaamse periode is van cruciaal belang
geweest voor de ontwikkeling van Zeeland,
Walcheren en uiteindelijk ook Vlissingen.
Vlaanderen, dus in het begin ook inclusief
een groot deel van Zeeland, was een van
de vier staten die op het Nederlandstalig
grondgebied ontstonden nadat de graven
de macht van de koningen en de keizers
hadden overgenomen. De andere drie wa
ren Holland, Gelre en Brabant. Vlaanderen
kwam van deze vier veruit het eerst tot
economische en culturele bloei. Koplopers
waren Brugge en Gent die met afstand
het rijkst waren van alle steden in de vier
graafschappen. Beide steden waren al
in de negende eeuw tot ontwikkeling ge
komen en profiteerden steeds meer van
hun gunstige ligging aan de uitlopers van
de Noordzee in de Scheldemond en de
toegenomen belangstelling van de gra-
8
Den Spiegel