De bemanning van de Samothrace 2e van links Ko de Klerk, daarnaast Kees Heijkoop en in het
midden George H. McFadden. (Fotocollectie Cor Heijkoop)
Klerk, die in 1934 als gevolg van een onge
val aan boord om het leven kwam.
Eind mei 1933 vertrok de voorma
lige schoener vanuit Vlissingen richting
Middellandse Zee. Eerst werd nog een
aantal weken in Venetië doorgebracht om
vervolgens door te zeilen naar de Griekse
archipel. Aldaar aangekomen lag het schip
vaak voor de kust van Kreta en nog andere
Griekse eilanden waaronder het gelijknami
ge eiland Samothrace. Het merendeel van
de opgravingen vond echter zoals eerder
gememoreerd plaats op Cyprus. Het was
voor de bemanning, die altijd in smetteloos
wit uniform aan boord was, een heerlijke
tijd. Ze hadden goed betaald werk en dat
was tijdens de crisisjaren al heel wat.
Aan het eind van de jaren dertig namen
ook de onderzoekingen met de Samothrace
af, want het veranderende politieke kli
maat ging een rol spelen en zelfs in de
Middellandse zee was de oorlogsdreiging
voelbaar. De van oorsprong in Vlissingen
aangemonsterde bemanning moest gelei
delijk aan wijken voor plaatselijke zeelieden
en de expedities namen verder af en kwa
men later bij het uitbreken van de Tweede
Wereldoorlog geheel tot stilstand.
De verdere levensloop van de voormalige
Vlissingse loodsschoener No 4
Tijdens de Tweede Wereldoorlog voer
het schip regelmatig goederen voor de
Amerikaanse regering tussen Egypte en
Cyprus.
In 1947 verkocht McFadden het schip aan
de Egyptische Koning Farouk 1 en deze
herdoopte het vaartuig in Feid el Bihar met
als thuishaven Venetië. De Egyptische ko
ning liet het schip erg exclusief inrichten
met gouden kranen in de badkamers en erg
luxe salons. Het schip voer meestal in de
Egyptische wateren of rond Italië.
Nadat de kapitein van de Egyptische ko
ning nog enige jaren op papier eigenaar
was, verhuisde het schip in 1952 naar
een Italiaanse zakenman met als thuisha
ven Genua. Tot 1955 voer de voormalige
loodsschoener onder de naam Maria II en
16
Den Spiegel