1 f I waren niet onderlegd in navigatiekunde op basis van sterrenstand. Zo hadden zij er geen erg in dat Naerebout zich niet aan het akkoord hield. In plaats van naar Calais te navigeren, stak hij Het Kanaal over. In de ochtend kwam de Barbestein aan in Duins (the Downs) voor de zuidoostkust van Engeland. Toen de muitende soldaten land zagen maakten zij zich gereed om met de geldkisten aan land te gaan. In twee sloe pen roeiden ze richting land. Wat zij niet hadden kunnen voorzien, was dat de sloep Scout van de Britse kapitein Laugharne ook op de rede lag. Enkele be manningsleden van de Barbestein wisten hem te waarschuwen, waarop Laugharne met scherp schoot op de vluchtende sloepen. Laugharne's marinemacht wist 69 muiters te ontwapenen en gevangen te nemen. De boosdoeners werden aan land gebracht en opgesloten in kasteel Sandown in de kustplaats Deal. Enkele van de Luxemburgse soldaten hadden al land weten te bereiken en waren lopend op de vlucht geslagen. Verschillenden wer- Prent naar een anonieme gravure uit de 18e eeuw van de Barbestein. den achterhaald en ook in hechtenis ge nomen. Eén muiter werd op zijn weg naar Ramsgate opgepakt, een ander was al een eind op weg naar Londen. Op de rede van Duins bevond zich ook de Nederlandse kapitein Smaazen op het fre gat Amazone. Hij deed een officieel ver zoek aan Engeland om de muiters naar de Republiek te vervoeren om daar te worden berecht. Het Engelse hooggerechtshof hield ze echter achter slot en grendel op kasteel Sandown en gaf aan dat ze in Engeland be recht zouden worden. De onderkoopman van de Barbestein, Johan Meijndert Bronckhorst, deed bij te rugkomst in de Republiek in Middelburg verslag van het gebeuren. Tot het vermoor den van officiers van de Barbestein was het niet gekomen, maar een paar muiters was de roof wel fataal geworden. Het grootste gedeelte van het geld dat men had buit gemaakt was weer teruggebracht op het VOC-schip. Frans Naerebout zal voor zijn heldhaftig optreden ongetwijfeld rijkelijk Januari 2012 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2012 | | pagina 21