trouwd met Pieternella Hamers wiens vader ook Jacob Hamers heette, dus wellicht be trof het zijn schoonvader. Frans Naerebout had derhalve mogelijk een commandeur in zijn bloedlijn. De Jacob Naerebout die in 1701 en 1702 als jongen diende op de oorlogsschepen Cortgene en Mercurius was waarschijnlijk Frans' grootvader die rond 1691 geboren werd. De Cortgene was nota bene het schip waar Mattheus in 1694 schipper van was geweest. Zowel Frans' grootvader als zijn broer heette Jacob, dus die voornaam kan zeer wel een familieverband betekenen. Zo was er bij het uitbreken van de Eerste Engelse Oorlog in juni 1652 Jacob Naerebout die loods was op de Brederode van luitenant admiraal Maarten Tromp. Deze Jacob stap te in september over op het omgebouwde VOC-schip Prins Willem van viceadmiraal Witte de With, die als nieuwe bevelhebber was aangesteld. (Dat is het schip waarvan de replica in 2009 in Den Helder uitbrand de.) Jacob raakte op acht oktober 1652 gewond in de 'Slag bij de hoofden' nabij de Theems, die uitliep op een nederlaag te gen de Engelse scheepsmacht van Robert Blake. Veertien weken lang stond Jacob onder toezicht van een chirurgijn. Omdat al zijn geld opging aan verzorging zorgde De Zeeuwse Admiraliteit voor financiële onder steuning. Ook was er in augustus 1650 de Veerse naamgenoot Frans Narebout, welke met zijn schip met een lading gerst en ballast weggevaren was van het in oorlog verke rende Bordeaux. Een Barbarijse kaper pinas nam zijn schip en voer het naar de Marrokaanse rovershaven Salée. Pieter Naerebout uit Veere, was in 1674 stuurman op een brander genaamd Sivillu onder commandeur Marinus Willemsen. Een brander was een schip dat nabij de vijand gevaren werd om diens schepen in vlammen te doen opgaan. In 1694 ten slotte, loodste een Pieter Narebout het eerdergenoemde schip Goes uit het water het Sloe nabij Middelburg (toen Mattheus schipper was). Van deze Jacob, Frans en Pieters is, gezien de schaarse genealogische bronnen, niet met zekerheid vast te stellen hoe ze in rela tie stonden tot de welbekende Frans, maar gezien hun thuisbasis het relatief kleine Veere was, ligt een familierelatie voor de hand. Frans Naerebout zal als kind gevoed zijn met menig spannend scheepsverhaal over zijn eigen voorvaderen en oudooms en kreeg het lef met de paplepel ingegoten. Over de auteur: Arthur Scheijde studeerde in 2000 af aan de Design Academy in Eindhoven. Hij werkt al bijna tien jaar als zelfstandig ontwerper. Archiefonderzoek is een hobby van hem. In 2010 schreef en illustreerde hij een boek over de schipbreuk van de Woestduyn in 1779. Geraadpleegde bronnen - 'Mederlandsche Jaarboeken' 1786-87. - Jacob Stamperius, 'Frans Naerebout', 1890, blz 71- 72, - J.L. Nierstrasz jr., 'Frans Naerebout', 1826, blz 106. - 'Biographisch woordenboek der Nederlanden', dl 13, blz 23. - John Thomas Evans, Henry Gray, 'The church plate of Carmarthenshire' 1907. - A. Doedens, 'Witte de With 1599-1658', blz. 92. - Zeeuws Genootschap: Toespraak van Pieter Pous in 1816. - Zeeuws Archief: databases 'Zeelui' en 'Zeeuwen ge zocht' I 'Directe en Indirecte Belastingen in Zeeland'. - Nationaal Archief: 'Admiraliteitsarchieven van Zeeland' I 'Vocopvarenden' database I 'Resoluties van de heeren Staten van Holland ende West Vrieland' 1787-89. - Rotterdams Notarieel Archief, inv.nr 172, akte 14 en 18. Januari 2012 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2012 | | pagina 25