hierbij behorende taken werd de hele be volking opgeroepen 'ter landweer' zoals ze ook opgeroepen kon worden om het land te verdedigen tegen vijandelijke aan vallen. Het is heel goed mogelijk dat deze infrastructuur van arbeidskrachten ook is aangewend om de haven van Vlissingen te graven. Ongetwijfeld zal men een vergoe ding hebben ontvangen voor het karwei dat vier jaar heeft geduurd: de werkzaamheden werden in 1308 afgerond, dit de grafelijke rekeningen uit die jaren kunnen we vervolgens afleiden wat het werk, gesproken wordt van de uitgaven voor 'de portu in Vlissinghe', ongeveer moet heb ben gekost: 792 pond en 11 schellingen. Wanneer we dat bedrag, een groot aan tal niet te vermijden onnauwkeurigheden op de koop toe nemend, omrekenen naar onze hedendaagse euro, kom je uit op een investering van ongeveer 75.000 euro aan arbeidsvergoedingen en materialen. Dat lijkt weinig vergeleken met de gemeentelijke begrotingen van nu, maar we moeten ook meerekenen dat het inwonertal van toen on geveer één procent bedroeg van het huidige. Als je dat cijfer ook meerekent, had het aan deel van de werkzaamheden in de totale ge meentelijke kosten van die tijd een waarde van bijna tien miljoen euro. Nog steeds niet veel, maar we moeten niet vergeten dat de factor arbeid in 1308 een fractie bedroeg van wat het nu kost en dat er toen nog maar heel weinig werd betaald vanuit de publieke schatkist zo die er al was. De conclusie van deze rekenoefening is dan ook dat de aanleg van de haven van Nieuw-Vlissingen een fi nanciële mijlpaal was die in de twee eeuwen daarna niet meer zou worden geëvenaard, hooguit benaderd door de bouw van de kerk waarmee in dezelfde periode werd be gonnen. Het is zeker dat dit geld op tafel is gelegd door graaf Willem 111. Hierbij dienen twee kanttekeningen te worden geplaatst: in de eerste plaats was het geld in oorsprong afkomstig van de bewoners van Walcheren zelf die ook toen al belasting, 'bede', moes ten betalen en in de tweede plaats kon de graaf, nadat de haven in gebruik was ge nomen, het geld weer terugverdienen door allerlei belastingen te heffen op de handel, de visserij en de nijverheid waarvan hij ver wachtte dat ze tot grote bloei zouden ko men. Het belang van eigen schepen De verwachtingen van de graaf kwamen, zoals we inmiddels weten, volledig uit. Vlissingen groeide in de loop van de veer tiende eeuw uit tot een belangrijke haven stad. Dat kwam door de nieuwe haven, door de opkomst van Antwerpen en door het geleidelijke verval van de Vlaamse me tropolen Brugge en Gent. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat hierin ook de snelle groei van het nabijgelegen Middelburg een grote rol heeft gespeeld. Middelburg was in die tijd een stuk groter en economisch gezien veel belangrijker dan Vlissingen en zou dat tot in de zeventiende eeuw blijven. De haven van Middelburg lag landinwaarts, maar een directe en dankzij de financiële bijdragen van de graven goed onderhou den vaarverbinding met de Schelde over de Arne en het Sloe zorgde ervoor dat de stad vanaf de veertiende eeuw kon uit groeien tot een van de machtigste steden van Holland, Zeeland en Vlaanderen. Naast de haven was ook de nijverheid belangrijk voor Middelburg, vooral het textielbedrijf dat in 1355 een flinke stimulans kreeg door een maatregel van Graaf Willem V waarin werd bepaald dat op Walcheren, alleen de steden in het bezit mochten zijn van kapi taalgoederen zoals weefgetouwen. Hoewel ook Vlissingen hiervan heeft geprofiteerd, groeide Middelburg uit tot een van de be langrijkste textielcentra op het Europese vasteland. Steeds meer Europese ste den, waaronder die uit Engeland en de Hanzesteden, kozen voor Middelburg in plaats van voor Brugge en Gent. De relatie ve rust en vrede in Zeeland zal ongetwijfeld hebben meegewerkt aan deze ontwikkelin gen. Een voorbeeld was de internationale wijnhandel die in 1379 na een volksoproer in Brugge werd verplaatst naar Middelburg. Vlissingen kende een soortgelijke ont wikkeling, maar dan op een veel kleinere schaal. De stad kon volop profiteren van de Middelburgse voorspoed door haar unieke 8 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2012 | | pagina 10