En dan gaan we naar
de speeltuin!
Geschiedenis van een café
Jules Braat
Vlissingen vóór de Tweede Wereldoorlog: stad
van de Maatschappij Zeeland, scheepswerf De
Schelde, internationale treinverbindingen,
marine en vliegveld. Een stad met een
hardwerkende bevolking, die meestal alleen op
zondag echt vrij was en dan tijd had voor enige
ontspanning. Van die ontspanning moeten we
ons niet al te veel voorstellen, meestal bleef het
bij een fietstocht of wandeling in de
omgeving. Een favoriete wandeling was die door
de Boschweg met een bezoek aan het café
annex speeltuin Boschweg van de familie
Clowting. En passant werd dan ook een kijkje
genomen bij het vliegveld.
De Boschweg
Het café Boschweg lag, de naam zegt
het al, aan de Boschweg. Begin jaren
twintig van de vorige eeuw was de situa
tie in die omgeving als volgt. Ter hoogte
van de Van Dishoeckstraat begon het
Koopmansvoetpad, de oude verbinding
met Souburg. Dat pad liep langs de in
1922/1923 aangelegde Noorderbegraaf
plaats in de richting van het vliegveld. Dat
was vanaf 1911 in gebruik en aangelegd
op het terrein van het voormalige Midden
Reduit.
Het wegdek van het Koopmansvoetpad en
de Boschweg liet in die tijd nogal te wensen
over. In 1921 zagen wandelaars in die om
geving er na afloop uit als kolensjouwers.
Het was voor de gemeente aanleiding actie
te ondernemen. Om de verbinding met de
nieuwe begraafplaats te verbeteren werd
in 1922 het Koopmansvoetpad beklinkerd
en ook de Kapoentjesweg kreeg een beter
wegdek. Voor deze werkzaamheden werden
werklozen ingezet.
Niet ver van het vliegveld ging het Koop
mansvoetpad over in de Boschweg, offi
cieel Hoogeweg genaamd. Aan het einde
van de Boschweg kon je twee kanten op:
rechtsaf richting Nieuwe Vlissingseweg,
linksaf naar de Koudekerkseweg, koos je
voor het laatste dan kwam je langs het café
van Clowting.
Aan de Boschweg lag wat verspreide be
bouwing met als bekendste de boerderij
Baskensburg. Verder was er een kwekerij,
Stadszicht, en de boerderij Maldeghem,
waarin vanaf 1921 een café was gevestigd.
Boerderij Maldeghem
Wanneer Maldeghem is gebouwd kan niet
worden vastgesteld. Omstreeks 1710 is
sprake van een boerenwoning en lande
rijen in het Coppe Laurens- en Leendert
Theunis Blok, gelegen in de parochie West-
Souburg. De woning en bijbehorende gron
den gaan diverse keren in andere handen
over, in 1854 wordt Willem van der Os,
brandspuitfabrikant in Vlissingen, eige
naar en hij verpacht de boerderij. Door een
grenswijziging was het gebied inmiddels
overgegaan naar de gemeente Vlissingen.
Begin 1900 was de boerderij in pacht bij
Abraham Stroo, die in 1904 bij een conflict
over loonbetaling om het leven kwam. Zijn
weduwe hertrouwde in 1906 met Cornelis
Jasperse, die op Maldeghem een gemengd
bedrijf uitoefende. In het voorjaar verkocht
hij pootaardappelen, in mei klaver. Verder
hield hij koeien en varkens. Er stonden
ook vruchtbomen op het perceel, in juli
1920 plaatste Jasperse in de Vlissingsche
Courant een advertentie voor een 'mus-
schenwachter', iemand die vraatzuchtige
vogels moest verjagen. Jasperse had een
of meerdere knechten in dienst en vroeg
bijvoorbeeld in september 1918 een jon
gen.
24
Den Spiegel