de eerste Binnenhaven mocht verwijderen en dat de SS de vrijgekomen materialen in bruikleen afstond voor de aanleg van een spoor naar de veiling. De gemeente ver plichtte zich ook, indien de SS dit nodig achtte, de oude toestand te herstellen. De hele operatie kwam voor rekening van de gemeente. Of het tot een formeel contract is gekomen is twijfelachtig. Einde 1926 vroeg de sectie ingenieur aan B&W om een kopie, voor zo ver aanwezig, hij beschikte er zelf niet over. Het hele werk werd op tekening vastge legd en de opgebroken materialen werden nauwkeurig geïnventariseerd. Uiteindelijk werden acht wissels met sporen en drie draaischijfjes opgebroken. In 1919 werd ook nog een weegbrug verwijderd. Met de draaischijfjes was nog even een pro bleem. Midden op het haventerrein lagen er twee die de gemeente wilde laten liggen. Als de marine het terrein ontruimde, kon den ze direct weer gebruikt worden. Het werd een polderoplossing: Van Niftrik gaf toestemming er één weg te halen mits de fundering bleef liggen. De gemeente had voor het opbreken geen gespecialiseerd personeel. Daarom riep Van Niftrik de hulp in van de SS. Een ploegbaas en vijf wegwerkers voerden het werk in iets meer dan vijfenveertig dagen uit. Vergunningen Het leggen van 500 meter spoor ging niet zo maar, verschillende instanties wa ren er bij betrokken. In de eerste plaats werd toestemming aan de Minister van Waterstaat gevraagd. Die antwoordde dat een vergunning van zijn kant niet nodig was, maar dat met de toestemming van de KMS kon worden volstaan. Het geplan de spoor was immers een aftakking van het Scheldebedrijfsspoor. Wel verleende hij vergunning om de sporen van de tram Middelburg-Vlissingen te kruisen en hij wees er op, dat een gegoten stalen kruising mis schien door de KMS kon worden gemaakt. De trambaan was eigendom van de Société Anonyme des tramways vapeur Flessingue Middelbourg. Met betrekking tot deze maat schappij legde de minister de gemeente een aantal dwingende voorwaarden op. - De gemeente kreeg tot wederopzeggens recht tot het kruisen van de trambaan Vlissingen-Middelburg. - De kruising moest in onderling overleg door de gemeente worden gemaakt en onderhouden, - De kruising moest van gegoten staal zijn. Voorlopig mocht met een hulpkruising worden volstaan. - De kruising mocht alleen bereden worden tussen zonsopgang en zonsondergang. Het bedrijfsspoor van De Schelde; met op de achtergrond de Timmerfabriek, ca. 1950. (Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen) Juli 2012 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2012 | | pagina 17