In 1922 moest ook Van de Putte toegeven
dat het aanleggen van een railverbinding
op een fiasco was uitgelopen: er was te
weinig export. Tot dusver waren 100 wa
gons over de rails vervoerd.
Ook een ingezonden stuk van eind decem
ber in de Vlissingse Courant wees op het
ontbreken van vervoer op het veilingspoor.
De kwestie sukkelde nog een aantal jaren
door. In de gemeenteraadsvergadering van
december 1927 vroeg raadslid Rorije om
verwijdering van de rails omdat ze nooit ge
bruikt werden. Hij kreeg daarbij steun van
mederaadslid De Ridder, die in de Verkuijl
Quakkelaarstraat woonde en dagelijks op
het ongebruikte spoor uitkeek. De burge
meester antwoordde, dat de zaak aandacht
had van B&W maar er gebeurde niets.
Wissel verwijderd
Aan het einde van 1929 kregen B&W van
de KMS de mededeling, dat het wissel bij
de Aagje Dekenstraat er slecht bij lag. Bij
het berijden traden grote schokken op en
die veroorzaakten schade aan het materi
eel. Verzocht werd het wissel te repareren of
te verwijderen omdat het veilingspoor toch
nooit werd gebruikt. De directeur gemeen
tewerken kreeg daarop opdracht het te laten
verwijderen. Hem leek het beter het werk
door de KMS te laten uitvoeren. Het was niet
alleen een kwestie van verwijderen maar
ook het leggen van een nieuw stuk rails.
Gemeentewerken had niet de benodigde
materialen en gereedschappen. Wel moest
de KMS het wissel zo nodig direct herleggen.
Het wissel is daarop door de KMS verwijderd
en opgeborgen. Het veilingspoor kwam
daardoor geïsoleerd te liggen.
Het doek valt
In juni 1931 trokken B&W de stekker uit de
spoorverbinding. De spoorwegen hadden
natuurlijk geconstateerd dat het spoorver
voer naar de veiling nihil was, zij stelden
voor de rails op te breken en op een nader
te bepalen plaats te deponeren en te sorte
ren. Ook werd de mogelijkheid geboden het
materiaal voor 5.400.-- over te nemen.
De directeur van gemeentewerken werd
geraadpleegd. Hij berekende dat ongeveer
1200 m2 zou moeten worden herbestraat.
Tegen het toen geldende prijspeil 0,55
per m2) zou dat neerkomen op 660,--.
Voor het karwei waren 23.000 klinkers no
dig. Die moesten besteld worden en zouden
rond de 1.000,-- kosten. Alles bij elkaar
zou herbestrating op 1.600,-- komen.
Het op de hoek van de Verkuijl Quakke
laarstraat en de Scheldestraat gelegen
plantsoentje zou daarbij ook verlegd kun
nen worden.
De keuze was snel gemaakt. Opbreken, de
poneren en herbestraten was voordeliger.
Toen het voorstel in de gemeenteraad werd
gebracht, werd deze optie zonder hoofde
lijke stemming aangenomen. Door de NS
werd de wegopzichter te Vlissingen aan
gewezen om het opbreken en deponeren
van de rails en dergelijke in goede banen
te leiden. Wel wilde het bedrijf weten of de
minister het opbreken goedkeurde. B&W
konden dat bevestigen.
En de veiling?
Ook die had zijn langste tijd gehad. De vei
ling was voor de gemeente altijd een hoofd
pijndossier geweest, vrijwel voortdurend
moest er geld bij.
In 1923 was de kwestie uitvoerig in de raad
besproken, de conclusie was toen dat de
veiling niet gemist kon worden.
Bij de behandeling van de begroting in
1929 kwamen de tekorten weer 'aan de
orde evenals opheffing. Wat voor gevolgen
zou opheffing op de groenteprijzen hebben?
In oktober 1930 bracht een raadscom
missie rapport uit. Een der conclusies
was, dat de veiling noodzakelijk was voor
de gemeente met het oog op de voedsel
voorziening en als prijsregelend lichaam.
Opheffing was (nog) niet aan de orde, wel
was er in dat jaar een tekort van 6.000,--.
Weer een jaar later werden de leden van de
veiling door het bestuur opgeroepen om te
vergaderen over het voortbestaan. Wat in
die vergadering is besloten, is niet bekend,
maar de stemming zal niet optimistisch zijn
geweest.
Juli 2012
17