schriften komen niet voor in het boek van P.K. Dommisse. De zerken zouden dan ge vonden kunnen zijn bij de latere restauratie in de jaren zeventig, door de archeologen meegenomen en vervolgens op het terrein van het Stedelijk Museum gedeponeerd. Omdat niemand toen de moeite had ge daan om de teksten te transcriberen, bleef het kerkbestuur hiervan waarschijnlijk on wetend. Het was archeologisch materiaal, meer niet. Er is helaas nooit iets mee ge daan. Laten we hopen dat dit alsnog ge beurt. Het is de moeite waard. Verdwenen zerken uit het voormalig Stedelijk Museum In het voormalig Stedelijk Museum aan het Bellamypark stonden vroeger ook enkele zeer oude zerken, in de jaren zestig in de zogenaamde 'stenen kamer' netjes ten toongesteld samen met wat gevelstenen en ornamenten. Ik kan me niet alles meer herinneren. Wat ik me nog wel heel goed herinner, is een fraaie voorreformatorische zerk van bescheiden formaat met twee nonnen er op, met een gotisch randschrift. Ik heb die steen meermalen bewonderd, wanneer ik als kind met mijn vader een bezoek aan het museum bracht. Volgens het bijschrift kwam die steen uit een kel der van een huis in de Beursstraat, waar een klooster zou hebben gestaan. Als jaar tal werd 1572 vermeld. Achteraf bleek dat jaartal foutief te zijn. Bij een bezoek aan het maritiem muZEEum miste ik die steen. Hij was niet meer tentoongesteld. Navraag leverde me niks op. Ik vond dat erg jam mer. Niemand wist waar de steen gebleven was. Ook niet in het depot. Hij was gewoon zoek. Maar ik heb een goed geheugen en ik wist dat ik hem had gezien, al was dat lang geleden. In de laatste decennia had ik hem in het museum aan het Bellamypark ook al niet meer gezien. Er verdwenen steeds meer spullen naar de zolder of naar de kelder. Tijdens de verhuizing van het Bellamypark naar het Lampsinshuis aan de Nieuwendijk werden er herhaaldelijk dingen verkocht, of weggegeven. Vaak om de kos ten te dekken van het nieuwe muZEEum. Soms werden er dingen aan de oorspronke lijke eigenaren teruggegeven, als die nog te achterhalen waren. Ik belde het muZEEum op een gegeven moment op met de vraag wat er met die grafzerk van die nonnen was gebeurd. Daar kwam geen duidelijk ant woord op. Ik vond ook niets op Internet. Op een enkele interieurfoto van het Stedelijk Museum uit de jaren zestig of zeventig is die zerk te zien tegen de muur in de gang. Toen was die stenen kamer er zeker al niet meer. Er moeten toen ook nog belangrijke zestiende- en zeventiende-eeuwse zerken uit de Sint Jacobskerk hebben gelegen. Een aantal is na de brand van 1911 aan het museum geschonken. Beter was ge weest dat de hele collectie van het Stedelijk Museum bewaard was gebleven met een apart maritiem gedeelte. Vlissingen is meer dan alleen maar maritiem. Er zou eigenlijk weer een Oudheidskamer moeten komen. Ik heb in het gemeentelijk archief nog ge zocht naar een lijst van de oude inventa ris van het voormalig Stedelijk Museum. Ik vond daar nog een inventarislijst van de voormalige Oudheidskamer, op het eind van de negentiende eeuw gevestigd in de Gevangentoren. Daarin wordt mel ding gemaakt van twee voorreformato rische grafzerken. Overigens moeten dit de opgegraven grafzerken zijn geweest, waarover Willem van der Os zich in 1889 beijverde om ze in Vlissingen te houden, toen de gemeenteraad ze aan het Zeeuws Genootschap in Middelburg wilde schenken Den Spiegel, april 2002, blz. 13 en 14). Willem van de Os was de oprichter van de Oudheidskamer in Vlissingen, die in 1890 werd geopend. Hier volgt de beschrijving. Nr. 1. Een zerk, waarop een pater uitgehouwen staat. Het opschrift is zo uitgesleten, dat het onleesbaar is. Afkomstig uit een kerk of klooster. No. 193 O.V. Gem. Vliss. Nr. 2. Een zerk, waarop twee nonnen staan af gebeeld. Het opschrift luidt: "Hier licht begraven suster Maiken van Ockerhoudt costerin(n)e die starf den XI January XVc Oktober 2012 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2012 | | pagina 19