ÜSS Adder, een Plunger-klasse onderzeeboot in dienst gesteld 12 januari 1903. (Scheldecollectie K62-12, Gemeentearchief Vlissingen) Diplomatieke correspondentie uit de Verenigde Staten De minister van buitenlandse zaken ging in op het verzoek van zijn ambtsgenoot met als gevolg de volgende brieven vanuit New York: Op 2 mei 1899 kwam de eerste brief van uit Washington aan. In een aantal alinea's werd uiteengezet hoe het in de Verenigde Staten met de ontwikkeling van het onder zeebootwapen was gesteld. De overheid had zelf nog geen proeven met 'onderzeese torpedoboten' genomen maar had wel een aantal aangewezen officieren de experi menten met de Holland boot laten bijwo nen. Ondanks dat zij een niet ongunstig rapport uitbrachten, meende de regering dat het 'vaartuigje' nog niet aan alle eisen voldeed. Het verzoek van de Nederlandse ambassadeur een kopie te krijgen van dit rapport werd vanwege de geheimhouding afgewezen. Men vreesde dat de geuite kritiek de financiële belangen van de uit vinder zou benadelen en de beurswaarde van zijn aandelen zou zakken. De Duitse marine-attaché vertelde de ambassadeur echter gesproken te hebben met een van de bewuste officieren aanwezig bij de ex perimenten. Deze liet zich met weinig lof uit over het stuurvermogen onder water. De marinattaché had ook de experimen ten bijgewoond en maakte opmerkingen van soortgelijke aard. De bewapening was bovendien te gecompliceerd en ook an dere aspecten kwamen voor verbetering in aanmerking. Holland zelf had zich de kri tiek aangetrokken en had een nieuw, ver groot en verbeterd ontwerp gemaakt. Dit ontwerp was echter voor zover bekend nog niet gebouwd. De Amerikaanse overheid had intussen niet stilgezeten en liet ook een verbeterd model van de Plunger bouwen. Deze Plunger scheen nog groter te worden dan het tweede Holland ontwerp. De ma rineattaché die de werf had bezocht waar de Plunger in aanbouw was, onthield zich voorlopig van commentaar. Op 14 mei werd bekend dat ook met de Russische marineattaché was gesproken. Deze meldde op de hoogte te zijn van Hollands uitvinding maar 'sprak onbewim peld het gevoelen uit dat zij in de praktijk onbruikbaar was'. Dat gold ook voor de Plunger wanneer die ooit werd voltooid. Woorden van soortgelijke strekking werden ook door de Franse militair attaché, een genieofficier, geuit. Het Franse ministerie Oktober 2012 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2012 | | pagina 27