worden gemaakt. De ambassadeur voegde
hieraan toe dat het de minister wel duidelijk
moest zijn dat datgene wat hij echt wilde
hebben, namelijk uitvoerige tekeningen,
niet werd afgestaan door de firma. Beide
meegezonden stukken waren zijn inziens
niet de moeite waard om naar Den Haag
te sturen. Het artikel van Kimball had geen
betrekking op de zogenaamde Hollandboot
alleen op het belang van onderzeeboten
voor een sterke marine en het pamflet was
niet meer dan 'reclameliteratuur'.
Het bewuste pamflet bevindt zich nog
steeds in het archief van het gezantschap.
Het is ondanks de mening van de ambassa
deur een interessant stuk. Opvallend is ook
dat een Nederlandse artillerieofficer kapi
tein A. Tromp aan het woord komt. Hij was
een toonaangevend expert in het vraagstuk
onderzeeboten. Hij had toestemming ge
kregen de onderzeeboot nauwkeurig te on
derzoeken en verklaarde op 26 november
1898 in augustus een proefvaart te hebben
mogen maken. Ze dook en steeg met op
merkelijke snelheid, ze draaide snel en was
goed stuurbaar, eigenlijk leek alles prima te
functioneren. De Duitse marineattaché lieu
tenant Von Rebeur-Paschwitz schreef op
4 december 1898 dat het spijtig was dat de
Holland niet gebruikt was tijdens de oorlog
met Spanje. Haar aanwezigheid in de haven
van Santiago had misschien de Spaanse
schepen gedwongen eerder zee te kiezen
en daarmee een langdurige blokkade door
de Amerikaanse vloot kunnen voorkomen.
Wel of geen Nederlands onderzeebootwa
pen?
Het ontluisterende beeld dat geschetst
wordt in de diplomatieke brieven had als
officieel gevolg dat de Nederlandse rijks
overheid in 1899 voor dat moment afzag
van de aanschaf van een Hollandboot.
Twee jaar later gingen Nederlandse mari
neofficieren naar New York om na te gaan
wat de waarde van onderzeeboten was
voor Nederland. Dat bezoek werd geen
succes.4 De directie van de Koninklijke
In aanbouw in het dokje van Perry in 1905 (Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen)
4 Dit moet admiraal Hubert von Rebeur-Paschwitz
(14 augustus 1863 Frankfurt-16 februari 1933 Dresden)
zijn. Hij was tussen 24 april 1898 en 30 september 1902
marineattaché, eerst te Tokio en later te Washington.
Oktober 2012
27