In herinnering Ad van Dijk 1927-2012
Ad Tramper
'Ja hier met Ad van Dijk, zeg...' Dat ver
trouwde stemgeluid klinkt niet meer door
de hoorn. Ook geen knarsende remmen
van een fiets, die voor het gemeentearchief
in de Hellebardierstraat tot stilstand komt.
Talloze malen bezocht hij het archief, vaak
vergezeld van kopieën die hij had opge
doken uit een of ander onbekend boek, of
gekregen via een van zijn talloze relaties.
Natuurlijk had hij ook altijd nog wel een
paar vragen. Een wisselwerking dus.
Ad van Dijk schreef talloze artikelen over
de geschiedenis van de stad Vlissingen, en
over Walcheren. Vaak voor Den Spiegel,
maar nog meer voor De Wete. Het accent
lag hierbij op de Tweede Wereldoorlog, die
maakte hij mee. Maar eigenlijk hadden veel
onderwerpen zijn belangstelling. Daarnaast
verzamelde hij een onvoorstelbare hoeveel
heid materiaal over allerlei onderwerpen.
Z'n garage staat bomvol met artefacten die
de stad aangaan. Daar zullen nog verras
sende dingen tussen zitten. Hij vertelde er
wel eens over, gezien heb ik het nooit.
Van Dijk was geen archiefvorser. In de stu
diezaal gaan zitten om onderzoek te doen
was niet zijn ding. Zijn materiaal kreeg hij
van derden, via correspondentie of van
'vriendjes' zoals hij dat noemde. Zijn net
werk was groot. Een theorietje schuwde hij
niet, maar als je dat dan wist te weerleggen
dan vond hij het ook best. De correspon
dentie en zijn artikelen schreef hij altijd met
dezelfde typemachine, te herkennen aan de
beetje dichtgeslagen letter 'O'.
In zijn dagelijks leven als huisarts kwam hij
bij iedereen thuis. Het spreekt voor zich dat
hierbij zijn blik langs de wanden gegaan zal
zijn. Een schilderijtje van Frans Maas was
dan al snel reden tot een gesprek over de
geschiedenis van de stad. Zo kwam hij ook
heel veel te weten.
Een echte bestuurder was hij niet, liever
beperkte hij zich tot de functie van advi
seur. Die functie vervulde hij in de jaren ne
gentig voor het bestuur van de Vereniging
Vrienden.
Voor lezingen kon je Van Dijk altijd bellen.
Of zijn publiek bestond uit de schooljeugd
of de plaatselijke rotary, dat deerde hem
niet: schroom was hem vreemd. Vooral
ook de pers wist hem te vinden. Omroep
Zeeland, maar ook de PZC waren kind aan
huis.
Hij had ook de gave om in zijn verhaal een
relativerende ondertoon op te nemen. Zijn
manier om met de dingen om te gaan. Van
Dijk was ook geen scherpslijper. Hij hield er
ook geen verheven doelen op na. Hij had er
gewoon aardigheid in om bezig te zijn met
de geschiedenis van de stad. Een typische
huisarts met belangstelling voor het verle
den.
'Wie lacht niet, die de mens beziet' was zijn
lijfspreuk. Toen hij koninklijk werd onder
scheiden zei hij 'wat heb ik misdaan, dat
de koningin mij zo heeft behaagd'. Maar
hij was er toch wel blij mee: 'Mijn zwager
had er één. Ik was altijd een beetje jaloers
op hem. Nu kan ik hem recht in de ogen
kijken'. Dat was Ad van Dijk ten voeten
uit: spottende relativerende, soms morbide
humor. Wee degenen die zichzelf te serieus
nemen.
We zijn dankbaar voor zijn bijdragen aan de
geschiedschrijving van de stad.
Een markant mens verliet Vlissingen.
Oktober 2012
3