rechten om te handelen in massagoederen
als laken en wijn, die al vroeg in de dertien
de eeuw voor veel welvaart zorgden. Voor
de goede orde: het dorp Vlissingen bestond
toen alleen nog maar uit een parochie met
een kerk en een paar huizen waar vissers
woonden die met kleine scheepjes via een
kreek de Schelde op voeren om dicht bij
huis te kunnen vissen.
Toen de Hollandse graven op het eind van
de dertiende eeuw steeds meer hun macht
lieten gelden over Zeeland en daarmee
Middelburg, wist het stadsbestuur precies op
tijd de juiste keuze te maken. Als beloning
voor deze houding liet de Hollandse graaf
Willem II in 1247 het abdijcomplex uitbrei
den en gaf hij de stad toestemming om
het grondgebied te vergroten van elf hec
tare naar maar liefst 48 hectare. De graaf
werd in de Middelburgse abdij begraven
en ligt er nog steeds. Dit intelligente op
portunisme zou ook in de eeuwen daarna
een soort tweede natuur blijven van de
Middelburgers. Toen de Vlaamsgezinde
lokale Zeeuwse adel in 1290 een greep
deed naar de macht, steunde de stad de
Hollandse graaf Floris V. En met succes,
want zijn positie kwam verder niet meer
in gevaar. In de strijd, honderd jaar la
ter, tussen graaf Willem V en zijn moeder
Margaretha die zou uitgroeien tot de inge
wikkelde burgeroorlog tussen de Hoeken en
de Kabeljauwen, stonden de Middelburgers
achter Willem, die de Kabeljauwen verte
genwoordigde. Deze beloonde de stad in
1406 met het zogenaamde stapelrecht:
alle in Walcheren binnengekomen goede
ren moesten in Middelburg worden gelost
en overgeslagen. Tegen betaling uiter
aard. Dit stapelrecht heeft de stad geen
windeieren gelegd. Kort daarop kozen
de Middelburgers in de grafelijke conflic
ten tussen Jacoba van Beieren, Jan van
Beieren en Philips de Goede eerst de kant
van Jan en later van Philips. En opnieuw
met succes. Beide werden op grootse wij
ze ingehuldigd in de abdijstad. De uitein
delijke keuze voor Philips de Goede heeft
Middelburg in de decennia daarna veel
voordelen opgeleverd. De stad kende een
periode van grote groei en wist dit te hand
haven onder de latere graven, die stuk voor
stuk konden rekenen op indrukwekkende
inhuldigingen en daarvoor maar wat graag
de reis naar Middelburg wilden maken. Ook
Karei V vormde in de eerste helft van de
zestiende eeuw geen uitzondering op deze
regel. Voor hem was Middelburg een bij
zondere stad die keer op keer kon rekenen
op zijn sympathie en steun. Karei was nog
MIDDTLLKVR
GVM SLLAN
DIAE QFP.' SI
TM OEERE.ET
MERCIMONIiS.
FEORENTfSS.
vmity «!Jt
Cnivenity Library
Middelburg in de zestiende
eeuw. Bron: kopergravure
uit de Nieuwe Cronyk van
Zeeland van M. Smallegange
(Middelburg 1696).
Januari 2013