tV k
De vroegst bekende afbeelding van Fort
Rammekens, nog tijdens de bouw in 1550.
Bron: Wijngaerde, A. van den, Zelandiae
Descriptio (Middelburg, 1550/1995).
geplande fort zijn macht onderstrepen te
genover vijanden binnen en buiten het rijk
waarvan hij keizer was. Met name de groei
ende autonomie van de steden en de lokale
adel moet voor hem in deze periode een
bron van voortdurende zorg zijn geweest.
In 1547 kwam de landvoogdes in naam van
de keizer persoonlijk naar Walcheren om
opdracht te geven voor de bouw. Ze be
noemde een aantal lokale bestuurders als
toezichthouders en introduceerde de archi
tect: de Italiaan Donato de Boni die al langer
in dienst was van het keizerlijke hof en onder
andere de stad Antwerpen had versterkt met
verschillende vestingwerken. De bouw werd
nog dat zelfde jaar gestart met het uitgraven
van de grond waarop het fort moest komen,
totdat het zand werd bereikt. Vervolgens
werd het gat gevuld met puin dat afkomstig
was van kerken en huizen in het verdronken
land van Zuid-Beveland. Ook werden oude
gebouwen in het land opgekocht en afge
broken. Dat leverde aanzienlijke besparin
gen op. De kosten werden voor een groot
deel bepaald door de arbeidslonen. Er moe
ten honderden mensen hebben meegewerkt
aan de bouw. In 1550 was het fort zelf klaar.
Voor de afbouw en de inrichting waren nog
eens twee jaar nodig. In 1552 kon het in ge
bruik worden genomen.
Het complex, het fort en de omringende
gracht aan de landzijde, kreeg de vorm van
een vierhoek. In de zuidoostelijke hoek,
waar het Sloe uitmondde in de Schelde,
werd een bastion gebouwd dat gedeelte
lijk op het schor stond en dus bij vloed in
het water. Op de twee aangrenzende hoe
ken kwamen halve bastions. Er werd ge
werkt met natuursteen en met bakstenen.
De muurdikte was minimaal twee meter en
op sommige plaatsen zelfs meer dan vier
meter. In de flanken en de muren tussen
de bastions waren schietgaten aangebracht
die niet alleen de zee en het land konden
bestrijken, maar ook de gehele buitenkant
van het fort zelf. Op het plein, midden in
het fort, werden woningen, een kazerne en
zelfs een kerk gebouwd. Deze waren een
stuk hoger dan de muren en dus van verre
te zien. De poort bevond zich in de noord
oostelijke muur en bestaat nog steeds. Het
was een van de eerste toepassingen van de
Renaissancestijl in de Nederlandse archi
tectuur. Boven de poort werd een man met
baard gebeeldhouwd en het jaartal 1547.
De poort was met een ophaalbrug verbon
den met de toegangsweg.
De totale kosten bedroegen bijna vijftigdui
zend gulden. Middelburg was de belangrijk
ste financier: de stad betaalde meer dan de
helft van de bouwkosten. De keizer zorgde
voor de inrichting, de bevoorrading en de
manschappen.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er
in dezelfde periode ook in opdracht van
Karei V werkzaamheden werden verricht
aan de vestingwerken in Vlissingen. Het
Keizersbolwerk met de nog steeds be-
14
Den Spiegel