worden in het midden/einde van de acht tiende eeuw. Dit is de periode waarin het fort in gebruik moet zijn geweest als hospi taal. Er werden geen sporen van een kist, kledij of bijgaven aangetroffen. Het lichaam lijkt in een snel gegraven kuil te zijn gelegd. De doodsoorzaak is tot op heden niet be kend maar daar kan snel verandering in komen. Specialisten buigen zich momen teel over de resten en geven aan dat er met het skelet 'bijzondere zaken' aan de hand zijn. Wordt vervolgd! Napoleontische Tijd In de Napoleontische tijd (ca. 1812) wer den alle gebouwen op het fort gesloopt en werden aan de oost- en zuidzijde van de binnenplaats nieuwe kazematten ge bouwd. Langs een groot deel van de bui tenmuur werd een voorzetwand in bak steen geplaatst. Bovenop het dak van de kazematten werden goten aangelegd voor de drainage van insijpelend regenwater. Een pakket gebroken steenpuin, moge lijk afkomstig van de gesloopte gebou- Loopgraaf met halfronde geschutspost; zuidelijke kazemat. (Foto Walcherse Archeologische Dienst) wen, moest de drainage nog bevorderen. Daaroverheen werd weer een pakket aarde aangebracht. In de door de napoleontische troepen opge brachte ophogingspakketten werden overal op het fort resten van menselijk botmateri- aal aangetroffen. Het gaat echter om losse beenderen en een enkele schedel, wat aan geeft dat we hier niet te maken hebben met begravingen op het fort zelf. Wat eerder waarschijnlijk lijkt, is dat Franse soldaten bij het ophogen van de bastions een oud kerkhof op de schop hebben genomen en het botmateriaal systematisch over het he le fort hebben uitgespreid. Gezien de grote hoeveelheid menselijk bot, moet hen dat toen zeker niet zijn ontgaan. Blijkbaar tilde men er in die tijd niet al te zwaar aan. Tweede Wereldoorlog Bezoekers van het fort herinneren zich al licht de kleine betonnen structuur uit de Tweede Wereldoorlog op de noordooste lijke punt van het halfbastion. Dit is een zogenaamde tobroek, een kleine Duitse geschutspost die oorspronkelijk voorzien was van een halfronde koepel die buitge maakt was op een Franse tank. Vanuit de tobroek vertrekt een netwerk van zigzag gende smalle loopgangen met munitie bakjes. Een aantal van deze gangen was voorzien van een in der haast opgetrok ken bakstenen bekleding. Dit soort gangen werd overigens over het hele fort waarge nomen. Een mooi voorbeeld bevindt zich langs de zuidelijke flank van het fort. De loopgang kwam hier uit op een halfronde betonnen structuur waarvan de functie nog niet helemaal duidelijk is. Het meest waar schijnlijk is een zware mitrailleursopstelling op statief waarmee men de hele zuidzijde van het fort kon verdedigen. De vondst van het onderstel van een luchtafweergeschut boven het poortgebouw getuigt dat er wel degelijk zwaarder materieel werd ingezet op Rammekens. Overal op het fort laten de Duitse bezetters geschutsposten installeren. Met name een zwaar fundament voor een geschutspost Januari 2013 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2013 | | pagina 25