Wachtende schepen op het Vlakke. Een regel uit het on derschrift luidt: In de grootste stormen legghen hier de schepen onder de mueren, daar sy van het woedend' onweer ende bulderende baeren bevrijydt sijn, ca. 1700. (Historisch Topografische Atlas, Gemeentearchief Vlissingen). lagen ziek in de kooi en al het voedsel was op. De bemanning was, zo schreef de ka pitein, te zwak om het anker te lichten of een vat suiker over te zetten. Er was ook al enkele dagen een dode aan boord: de ma troos Hendrik Meijer uit Oldenburg. Hij schreef de directie: 'Die doode die ik aan boort hebbe begindt soodanig te ruij- ken dat ik daarmeede verleegen ben. Versoeke om te mogen weeten wat ik daar meede sal doen'. Overboord zetten was de gebruikelijke gang van zaken op zee, maar zo vlak voor de wal was dat geen optie. Een dag na de aankomst op 18 januari kreeg de matroos een graf op het Oosterkerkhof van Middelburg. Ook het onder zeil gaan, was niet altijd eenvoudig. Om de wind in de zeilen te krij gen moest deze wel uit het oosten waaien. Dat liet soms weken op zich wachten. Te lang soms. Zo kreeg Karei V het bij zijn vertrek in 1556 naar Spanje dermate op z'n heupen, dat hij niet langer wilde wach ten en hoe dan ook wilde vertrekken. Op 10 september 1556 leek de wind gunstig uit te pakken, maar helaas, tegen de middag was deze al weer gedraaid en dreven de schepen terug richting Fort Rammekens. De keizer was in alle staten en moest door een ervaren kapitein overtuigd worden van het onzalige idee om toch uit te zeilen. Vlissingen lag aan diep vaarwater. Middel burg moest zich bedienen met een in 1535 aangelegd kanaal, dat uitkwam waar 26 nu het huidige Nieuwland ligt. Via het Welzingekanaal kwamen de Middelburgse schepen uit op het Vlakke. Van hier uit werden de schepen door slepers van Rammekens naar Middelburg gesleept. Andersom zorgden Middelburgse slepers voor dit werk. Het voortdurend verzanden van het Wel zingekanaal en het havenkanaal van Middelburg stelde de stad Middelburg voor grote problemen als het om haar haven ging. Vlissingen en Middelburg vlogen elkaar regelmatig in de haren wie er nu los- werkzaamheden mocht verrichten op het Vlakke. In oktober 1617 lag de Oost-Indië- vaarder de Westvriesland op het Vlakke. Middelburg verhinderde dat Vlissingen ook haar deel kreeg bij het lossen. Dat was te gen het zere been van het stadsbestuur. De burgemeester Jan de Moor, de schepen Rogier Cabbaart en de secretaris voeren naar de Westvriesland om een aanwezige bewindhebber duidelijk te maken dat ook Vlissingers hun rechten mochten laten gel den. De voorvallen waarbij Middelburg en Vlis singen onenigheid hebben als het gaat om het laden en lossen van schepen zijn talrijk. In 1610 loopt een geschil over het meten door twee meters van een schip uit op een handgemeen. 'Geweld daartegen te gebrui ken om het regt van deese stad te bewaren' tekent van der Swalme op uit de verloren Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2013 | | pagina 28