uit 1748 daterende afbeelding van het fort
is de toren niet meer te vinden. Misschien
dat-ie in de tussentijd afgebroken is; zo'n
hoog boven het fort uitstekend object is im
mers alleen maar een dankbaar doel. In de
kapiteinswoning was ook de kapel geves
tigd en de manschappen waren gelegerd in
een op de binnenplaats ingerichte kazerne.
Aangezien het fort gebouwd werd om de
rede van, jawel Vlissingers, Middelburg
te beschermen, werden de kosten van de
bouw, ruim 40.000 gulden, dan ook gro
tendeels door de hoofdstad gedragen. Maar
aangezien het fort ook een bijdrage leverde
aan de verdediging van het land in het al
gemeen, zorgde de Keizer voor munitie, on
derhoud en bemanning ervan.
Over de Keizer gesproken, Fort Ramme-
kens had een paar jaar later in alle jour
naaluitzendingen gezeten, zouden die be
staan hebben, toen Karei V in 1556 'zijn
ontslag als keizer indiende' en in september
van dat jaar vanuit het fort, jawel ons fort,
via Vlissingen voorgoed de Lage Landen
verliet om in een Spaans klooster zijn laat
ste jaren te slijten.
Aan dat fort werd in die jaren nog druk ge
bouwd. Zo werd al in 1557 het munitiede
pot uitgebreid. En in 1564 werd gepland
het nog maar zo kort gereed gekomen fort
te versterken en uit te bouwen. Door be
sparingsmaatregelen onder het bewind van
Philips II werden deze werkzaamheden niet
uitgevoerd. Daar kreeg hij spijt van als ha
ren op zijn hoofd, toen op 31 juli 1573 de
Geuzen begonnen de vesting te belegeren.
Middelburg was immers nog in handen van
de Spanjaarden en Rammekens vormde
een essentieel onderdeel van de Spaanse
verdediging van de hoofdstad. Het was
daardoor voor de Oranjegezinden van het
grootste belang het fort in handen te krij
gen. Dat duurde allemaal niet lang: Al op
de vijfde dag van de belegering gaven de
manschappen in het fort zich over, althans
volgens sommige bronnen.
En daar slaat bij de boswachter de ver
beelding op hol. Natuurlijk, na de inname
van het fort was de geschiedenis niet voor
bij. Elke dag wordt er immers weer een
bladzij bij geschreven. Maar voordat de
Staatsen, Engelsen, Fransen, Duitsers en
Nederlanders voorbijkomen en het fort voor
hun eigen doeleinden gebruiken, zet ik de
tijd maar es even stil. Blijf ik hangen in die
tijd zo kort voor en kort na de belegering en
de inname. Zet ik mijzelf neer op een van
de muren en kijk naar beneden in de hoop
antwoorden te vinden op allerlei vragen, die
mij van alle kanten bespringen.
Was het fort erg beschadigd? Wat voor
gevolgen had dat voor de manschappen?
Werd het snel weer opgeknapt? Wie deden
dat? Ambachtslieden uit de buurt? De sol
daten zelf?
Hoe werd het fort bevoorraad? Wie zorg
den er voor eten en drinken? Waren het de
boeren uit de omgeving? Kwam het voed
sel met schepen uit de stad? Verbouwde
men zelf in en rond het fort gewassen?
Trouwens, wat werd er überhaupt gege
ten? En gedronken? Drankgelagen en
Bourgondische schranspartijen? Varken
aan het spit en roemers wijn? Of toch maar
gewoon droog brood, scheepsbeschuit en
slap bier? En om hoeveel man ging het ei
genlijk, die bezetting van het fort? Allemaal
Nederlanders, nee zeker? Veel huurlingen,
denk ik zo, en waar vandaan? En wat voor
talen spraken die met elkaar? En wat de
den die in hun vrije tijd? Beetje kaarten en
dobbelen? Werd er muziek gespeeld? En
wat voor muziek? Werd er vaak gevoch
ten? En waarom? Waren er vrouwen op
het fort? En wat deden die? Romantiek of
vuige seks? Boerendeernen, melkmeisjes
of stadse madammen? Hoe was trouwens
de relatie met het omliggende land en het
dorp Ritthem? Kwamen de soldaten eigen
lijk wel buiten het fort? En hoe lagen de
wegen erbij? Waren die begaanbaar? Ook
in de winter? En hoe zat het met het warm
houden van de manschappen in dat tocht
gat daar aan het Sloe? Vuurkorven op de
binnenplaats, open haarden in de bastions?
Bonte beelden, die in een optocht voorbij
trekken, een kleurige stoet fantasieën, en
laat die vragen nog maar even voor wat ze
zijn. Niet alle vragen hebben een antwoord
nodig om toch intrigerend te zijn, per slot.
6
Den Spiegel