gen de dreiging van de watergeuzen. Het is overigens nog maar de vraag of de soldaten nog in staat en bereid waren om Vlissingen te beschermen tegen aanvallen van buiten af. Het waren zonder uitzondering huurlin gen en die moet je af en toe betalen om ze gemotiveerd te houden. De betalingen aan vooral de Walen bleven steeds vaker uit en de onrust en het daarmee gepaard gaande wangedrag bij de manschappen zal als ge volg hiervan ongetwijfeld zijn toegenomen, hetgeen de sfeer in de stad niet verbeterde. Een andere belangrijke reden dat de Spanjaarden steeds minder konden reke nen op de sympathie van de Vlissingers was het plan van Alva om een grote cita del te bouwen ten oosten van de stad, naar Antwerps voorbeeld, op de plaats waar eigenlijk een nieuwe haven was gepland. Deze haven was al in de jaren veertig van de zestiende eeuw toegezegd door Karei V maar de bouw ervan was steeds uitge steld als gevolg van troons-, machts- en eigendomswisselingen maar vooral door de tegenstand die de invloedrijke buurstad Middelburg had geboden, uiteraard uit con- currentieoverwegingen. Middelburg, dat in 1561 een bisdom was geworden, had wél een nieuw kanaal mogen aanleggen waar door de stad een snelle en open verbinding kreeg met de Schelde. Een nieuwe haven zou de expansie van Vlissingen als een van de belangrijkste havens van Europa kun nen ondersteunen maar moest nu plaats maken voor een megalomaan gebouw dat slechts gebruikt zou worden voor militaire doeleinden en dus op geen enkele manier kon bijdragen aan de plaatselijke econo mie. Het schijnt dat Amsterdam een deel van de kosten heeft gefinancierd hetgeen maar weer eens onderstreept hoe ingewik keld de politieke verhoudingen lagen in die dagen. Er was nog geen sprake van enig nationalistisch gevoel, laat staan van een gezamenlijke wil om de Spanjaarden te verdrijven. En dat terwijl in 1572 Willem van Oranje al vier jaar bezig was met het voeren van een oorlog, vooral gericht te gen de landvoogd Alva en niet tegen de Spaanse koning. Deze werd nog altijd ge- eerd, zie ook de laatste regel van het eerste Zilveren drinkschaal, mogelijk gebruikt bij de eerste viering van het Heilig Avondmaal te Vlissingen in 1571. Bron: Gemeentearchief Vlissingen, Historisch topografische atlas. couplet van ons volkslied dat in die tijd is geschreven. Er was voor de prins weinig tot geen steun vanuit de steden. Deze situatie onderstreept de eerdere aanname dat het vooral ging om een machtsstrijd tussen de lokale adel, waaronder Willem van Oranje, en de centrale macht van de koning die door de landvoogd op een uiterst repressie ve en gewelddadige wijze werd uitgeoefend. De laatste maar zeker niet minst belang rijke oorzaak van de Vlissingse opstand in 1572 was van religieuze aard. Het Calvinisme had in Vlissingen al vrij snel vaste grond onder de voeten gekregen. Er zijn zelfs aanwijzingen dat het nieuwe ge loof in de stad de meeste aanhangers had van heel Zeeland. Benadrukt moet worden dat er tussen de calvinisten en de rooms- katholieken onderling weinig wrijving be stond. Er was immers sprake van veel ge meenschappelijke ergernissen: de overlast van de Spaanse soldaten, de belastingen, de blokkades van de Watergeuzen en de bouw van de citadel waardoor het graven van de nieuwe haven definitief niet kon doorgaan. De onderdrukking van de calvi nisten en het strenger maken van de plaat selijke canonieke wetgeving kwam uitslui- 10 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2013 | | pagina 16