neelvoorstelling die met een daverend ap
plaus werd beloond.
Censuur
Vrije nieuwsgaring was uit den boze. In
november 1893 liet een onderofficier de
Zeeuwse Kerkbode in de kantine liggen.
Daarop verbood de commandant versprei
ding van christelijke kranten of die met een
bepaalde staatkundige visie. Enige tijd la
ter vroeg een adjudant aan een luitenant of
hij De Zeeuw, een antirevolutionair blad in
de kantine mocht leggen. Die antwoordde
'lees hem voor jezelf, maar val ons er niet
mee lastig'. Hoewel de krant liefde voor het
Oranjehuis etaleerde, was ook de kapitein
van mening dat het blad niet in de kantine
thuishoorde. De mogelijkheid bestond im
mers, dat het tot discussies en partijvor
ming zou leiden, het krantenverbod bleef
gehandhaafd.
Rellen
Begin mei 1895 werd kapitein B. van
Bekum benoemd tot Depotcommandant.
Nauwelijks een maand later namen zestien
klassianen de benen. Er werden patrouilles
uitgezonden die vijf van hen wisten te ar
resteren. Het overbrengen naar de kazer
ne ging niet zonder slag of stoot, burgers
bemoeiden zich er mee en een korporaal
moest zelfs zijn sabel gebruiken.
De commandant riep zijn officieren bij el
kaar om over de situatie te overleggen.
Intussen verzamelden zich burgers bij de
poort, die zich ongunstig over de comman
dant uitlieten en hem uitscholden. Hij zou
zelfs dreigbrieven hebben ontvangen.
Ook de dag daarop was het onrustig. Toen
werden zes andere deserteurs vanuit Zuid-
Beveland onder gejuich van het publiek
naar de kazerne gebracht. De onrust was
voor generaal Hennus, inspecteur der in
fanterie, aanleiding de zaak te onderzoe
ken. Besloten werd de wachtposten van
klassianen bij de kazerne te vervangen
door manschappen van het infanterieba-
taljon. Strafbare feiten werden niet vast
gesteld, wel zou naar geschikte officieren
worden gezocht, toch een teken dat het niet
goed zat. Om de orde te handhaven werden
in juli vijf marechaussees in Vlissingen ge
kazerneerd. Door deze maatregelen keerde
uiterlijk de rust weer.
Mishandeling?
Het bleef onderhuids broeien. In juni 1896
gingen er geruchten dat op het Depot mis
handelingen plaatsvonden, reden voor
de onderofficieren zich in de Vlissingse
Courant te verdedigen tegen deze valse be
schuldiging.
Men had te maken gehad met een soldaat,
die toevallen simuleerde en op de grond lag
te trappen en te schreeuwen. Als men hem
beetpakte, ging hij bijten, kortom een bij
zonder geval.
Een dokter onderzocht de man en schreef
een kalmerende drank voor, bovendien
werd hij onder direct toezicht geplaatst.
Toen hij nog een keer door de dokter werd
onderzocht, liet hij zich met de handen naar
voren op de grond vallen. Toen hij inzag
dat men zijn gedrag door had, begon hij
van alles te vernielen. Er zat niets anders
op dan hem naar een cel in de Bomvrije
Toren over te brengen. Daar sloeg hij de
ramen van zijn cel stuk en ging zo te keer
dat wandelaars op de Boulevard hem hoor
den. Er zat niets anders op dan de man te
boeien.
De onderofficieren verklaarden nadrukke
lijk dat van mishandeling geen sprake was
geweest. Opvallend is wel dat twee maan
den later kapitein Van Bekum werd vervan
gen door kapitein Breeman...
Kritische geluiden
Begin 1900 schreef Mr. A.C. Wesenhagen
in de Militaire Spectator een uitgebreid
artikel over het Depot. Hij beschreef het
Depotleven, de bewoners en het strafstel
sel.
Ook verklaarde hij waarom bepaalde mi
litairen in het Depot terecht kwamen.
Aangelokt door een premie van 60,- of
80,- zetten zij hun handtekening, het geld
werd opgemaakt aan drank en vrouwen en
18
Den Spiegel