WTmm
Overzicht van de sloperij
in de eerste Binnenhaven.
(Fotocollectie
Gemeentearchief
Vlissingen)
grillige en soms ondoorzichtige bedrijfstak
geweest. Men kocht schepen, sloopte ze
soms deels en verkocht ze weer door, vaak
was deze handelswijze afhankelijk van de
dagprijzen van de metalen.
Het ontstaan van de sloperij aan de
Eerste Binnenhaven
In 1953 begon Simons Metaalhandel N.V.
uit Rotterdam-Katendrecht een filiaal aan
de Edisonweg 33 te Vlissingen. In de di
rectie zaten de familieleden David, John en
Freek Simons en Johannes Rademaker en
Arie Niggelie.
Op 8 mei 1962 werd opgericht de N.V.
Nimeta te Rotterdam. De vennootschap
stelde zich tot doel te handelen in schroot,
zowel geslagen, gegoten als gelegeerd:
ijzer en staal, non-ferro metalen, oud- en
halffabrikaten, alsmede het slopen van
schepen, bruggen, fabriekscomplexen, fa-
brieksinstallaties en dergelijke objecten.
De directie werd vervolgens gevoerd door
Arie Niggelie, die al eerder directielid was
bij Simons metaalhandel. Het bedrijf ves
tigde zich aan de Vlissingse binnenhaven
en was in feite de voortzetting van Simons
metaalhandel, die geleidelijk aan haar ac
tiviteiten van de Edisonweg naar de eerste
Binnenhaven had verplaatst.
In deze haven kon men gebruik maken van
de kadefaciliteiten en op het terrein van de
voormalige Vlismar liet men een bouwdok
uitgraven, om via het dok de laatste resten
van een schip te kunnen slopen.
De laketanker Rebeca
aan de sloopkade in de
Binnenhaven. Het schip
werd doorverkocht aan
een sloperij in Gent.
(Fotocollectie Cor Heijkoop)
22
Den Spiegel