vanuit de zuidelijke Nederlanden: Vlaan
deren en Wallonië. Deze vluchtelingen hin
gen het nieuwe calvinistische geloof aan dat
in deze gebieden een veel grotere aanhang
had dan in de Noordelijke Nederlanden,
inclusief Zeeland, Zeeuws-Vlaanderen uit
gezonderd. Ook de strijd van deze groep
tegen de rooms-katholieke kerk en de
Spaanse overheersing was er veel intenser.
De Beeldenstorm van 1566 was begonnen
in Vlaanderen, om precies te zijn op 19 fe
bruari in het Scheldedorp Baasrode waar
een groep calvinistische Antwerpenaren
het interieur van de net gebouwde kerk ver
nielde. In augustus van datzelfde jaar volg
de Steenvoorde en van daaruit verspreidde
de terreur zich via West-Vlaanderen naar
Antwerpen en in minder heftige mate naar
Zeeland en Holland. Het spreekt vanzelf dat
de tegenmaatregelen van de Spanjaarden
er ook niet om logen, met als gevolg een
geweldspiraal die tienduizenden mensen
het leven heeft gekost. Veel calvinisten
vluchtten naar Zeeland en Holland waar de
Spaanse repressie iets minder was dan in
het zuiden. In dezelfde periode kwamen er
ook nog eens grote groepen Franse calvi
nisten naar de Noordelijke Nederlanden.
Vlissingen was door haar ligging aan door
gaand vaarwater een belangrijke plaats van
aankomst voor de vluchtelingen. Velen ble
ven er wonen en werken. De stad had om
streeks 1500 een inwonertal van 2.000. In
1600 was dat gegroeid tot 5.000. Het aantal
immigranten bedroeg 3.300, bijna het dub
bele van het aantal inwoners van de stad in
het begin van de eeuw. Aangenomen mag
dus worden dat de groei voor het belang
rijkste deel werd veroorzaakt door de im
migrantenstromen. In de zeventiende eeuw
zien we hetzelfde beeld: door de komst
van nog eens bijna 4.000 nieuwe poorters
groeide de stad naar 7.000 inwoners. In de
ze getallen zijn ook de emigratie-, geboorte-
en sterftecijfers opgenomen. De totale emi
gratie vanuit het zuiden naar de Republiek
bedroeg in deze periode ongeveer 150.000
personen. Procentueel behoorde Vlissingen
daarmee tot de steden waar de meeste im
migranten zich vestigden. De nadruk van
de immigratie lag in het laatste kwart van
de zestiende eeuw. Steden van herkomst
waren onder andere Brugge, waarvandaan
tussen 1575 en 1620, 60 mensen naar
Vlissingen vluchtten, Gent (99 vluchte
lingen), Oostende (108 vluchtelingen) en
Antwerpen (121 vluchtelingen).
Tot ongeveer 1580 werden ze vooral in de
stad zelf opgevangen. Er kwamen buiten de
stadspoorten nauwelijks nieuwe buurten en
straten bij. Wel zal het aantal huizen bin
nen de beschikbare ruimte wat zijn toege
nomen, zoals op de strook land, noordelijk
van de Gevangentoren, onderlangs de wes
telijke zeedijk. Veel meer gebeurde er ech
ter niet. Dit betekende dat de verdubbeling
van het inwonertal tussen 1500 en 1580
volledig moest worden opgevangen bin
nen de bestaande stadsgrenzen. Er werd in
deze periode wel volop gebouwd, maar dat
betrof voornamelijk de verdedigingswer
ken van de stad. Vooral onder Maximiliaan
van Bourgondië, heer en later markies van
Vlissingen en Veere, werd er omstreeks
1550 flink geïnvesteerd in de stadsmuren
en de versterkingen aan de zeezijde. Onder
andere het Keizersbolwerk dateert uit deze
periode. De inwoners van Vlissingen moes
ten zelf maar uitzoeken hoe ze binnen de
beschikbare vierkante meters een bestaan
konden opbouwen en hun gezinnen in le
ven moesten houden. Het moet overvol zijn
geweest in de stad en vanuit dit perspec
tief kunnen we nog beter begrijpen waarom
de Vlissingers in 1572 in opstand kwamen,
vooral omdat ze ook nog eens verplicht on
derdak moesten verlenen aan de vele hon
derden Spaanse manschappen die er op
toezagen dat de Engelsen en de Fransen
niet te dichtbij kwamen. Pas omstreeks
1580, dus ruim nadat Vlissingen zichzelf
had bevrijd, werd een nieuw stadsdeel ge
bouwd: aan de oostkant van de stad. De
middeleeuwse stadswal werd de Walstraat
en er ontstonden veel nieuwe straten, waar
onder de nog steeds bestaande Palingstraat
en Vlamingstraat. Aan de oostrand van
deze wijk werden de Oosterhaven en de
Dokhaven aangelegd met ruimte voor lijn
banen en scheepswerven. Daaromheen
kwamen een gracht en vestingwerken. Dat
was nodig omdat de Republiek nog steeds
Oktober 2013
5