'Oudheidbeminnaars' De wandeling in de Walcherse Arkadia waar bij Hildegonde zei dat Vlissingen 'doods en neringloos' was in vergelijking met vroeger jaren, vond waarschijnlijk plaats in 1716, het tweede vredesjaar na de Spaanse Successieoorlog. De kaapvaart was stilge vallen en de zeeroverij en de lorrendraai erij brachten weinig leven in de Vlissingse brouwerij omdat ze ver van huis plaatsvon den. Het stadsbestuur zou in 1717 nog een poging doen om de visserij weer van de grond te trekken door vissers van buiten de stad te halen, veel zou dit niet helpen. De kosten bleken uiteindelijk hoger te zijn dan de opbrengsten: de vissers mochten hun gezinnen meenemen, kregen allerlei belas tingvoordelen en konden op hun oude dag rekenen op financiële ondersteuning. Terug naar Mattheus Gargon, die al op de eerste van de meer dan 800 pagina's tel lende Arkadia vermeldde dat hij zijn zes hoofdpersonen had verzonnen om de be schrijving van Walcheren in verhaalvorm te kunnen vertellen. Hij bekende dat hij het boek had geschreven als tijdverdrijf en niet als onderdeel van zijn werk als predi kant. Ook vertelde hij wat meer over de reizigers: de geschiedkundige bijdragen kwamen van de twee 'oudheidbeminnaars' Heerman en Ewoud en de romantiek was in handen van Floris en Izabelle die iets Gravure, kaart van het Caribisch gebied omstreeks 1650. Het kleine eilandje rechtsboven is Tobago dat in de zeventiende en achttiende eeuw in het bezit was van de Republiek. De hoofdstad van het eiland was Nieuw Vlissingen, gesticht door de gebroeders Lampsins. (Bron: Gemeentearchief, Historisch Topografische atlas, nr. 273) met elkaar hadden. Aan het eind van deel 1 vroeg Floris Izabelle, die nog minderjarig was en haar moeder net had verloren, ten huwelijk. Uiteraard gaf zij haar jawoord, zo als dat hoorde in een romantisch werk als de Arkadia. Voor de religieuze kanttekenin gen zorgden Hildegonde en Adolf. Gargon was in de eerste plaats predikant en dat moest ook terugkomen in zijn boek over Walcheren, waarin hij vele tientallen religi euze overpeinzingen en stichtelijke liederen verwerkte. De enige echt bestaande per soon was Heerman, waarvoor waarschijn lijk Hermannus van de Putte, eigenaar van de buitenplaats De Griffioen en bevriend met Gargon, model had gestaan. In het boek wordt deze buitenplaats uitvoerig be schreven. De wandeling vond plaats op een mooie zo merdag. De zes reizigers hadden net West- Souburg bezocht en reden via het kasteel Der Boede, de buitenplaats Lammerenburg en het gehucht Oud-Vlissingen met hun speelwagen tot aan de stadswallen van Vlissingen waar ze via de Middelburgse Poort de stad binnen liepen. Links zagen ze in een inham van een van de bolwer ken het grote weeshuis liggen dat in die tijd plaats bood aan 150 'beklaaglijke' wezen. Voor hen lag de binnenstad met de ha vens. Rechts de stadswallen die aan de zee grensden. Ze klommen op het dichtstbij zijnde bolwerk en genoten van het uitzicht. Januari 2014 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2014 | | pagina 15