genoten ze van het uitzicht op de stad, de havens, de Schelde en Vlaanderen. Op de terugtocht naar beneden passeerden ze de wapenkamer, bezichtigden ze een zaal met schilderijen van de Heeren van Vlissingen en alle stadhouders van het Oranjehuis en vergaapten ze zich aan een aantal raritei ten: een geprepareerde leeuw, een kano met een opgezette wildeman en een kist met tralies waarin voorheen lichtekooien en hellevegen werden opgesloten, publiekelijk tentoongesteld en rondgedraaid tot ze ziek en misselijk waren. Havens, havens en nog eens havens Vanaf de Grote Markt liepen ze langs de kelder waar in 1571 het eerste heilig avondmaal van de hervormde gemeente il legaal was gevierd en bereikten ze via de Korenmarkt en de Breestraat, de Bierkaai. Daar stonden ze stil voor het oude stadhuis met de naargeestige kerker waar eerst ket ters werden gemarteld en waar tijdens de opstand van de Vlissingers tegen de land voogd Alva in 1572, diens krijgsbouwmees- ter Don Facieco was opgesloten in afwach ting van zijn terechtstelling aan de galg op 8 april van dat jaar. Aan het eind van de Bierkaai kwamen ze, na het passeren van de Hellebardierstraat en de Beurs, bij het Westerhoofd, het verst in de zee stekende puntje van Vlissingen. Hier zagen ze weer de steden en dorpen van Vlaanderen liggen, maar ook de zandbanken in de Schelde en het dorp Borssele, genoemd naar het ei land dat tijdens de Allerheiligenvloed van 1532 volledig in zee was verdwenen. Toen ze terugliepen zagen ze drie bruinvissen verschillende keren boven het water uit springen, in die tijd een vrij normaal beeld, maar voor onze groep weer een extra reden om nog opgewekter hun reis te vervolgen. Terug in de stad wandelden ze langs het Oosters huis, opgericht voor de kooplieden die handel dreven met de Hanzesteden in Holland, Denemarken en Noorwegen. Van daaruit liepen ze over de Beursbrug tussen de Oude Haven en de Voorhaven in de rich ting van de Vismarkt waar kabeljauw, schel vis en schol te koop werd aangeboden. Een Vlissingen omstreeks 1725 vanuit zee gezien. (Bron: Gemeentearchief Vlissingen, Historisch Topografische atlas, nr. 637) weinig gevarieerd aanbod en waarschijn lijk illustratief voor de malaise waarin ook de visserij in Vlissingen zich bevond. De Vismarkt lag op een kleine landtong, met aan de ene kant de Voorhaven en aan de andere kant de Engelse Haven, die vroeger Nieuwe Haven heette en in 1443 kon wor den aangelegd dankzij de steun van Philips de Goede. De wandeltocht werd vervolgd over de Nieuwendijk die de kade vormde van de Engelse haven. Aan de overkant waren een paar scheepstimmerwerven ge vestigd. Ze passeerden het begin van de Walstraat, de langste en belangrijkste straat van Vlissingen die vroeger stadswal was ge weest en na de aanleg omstreeks 1600 van een compleet nieuw stadsdeel in het oos ten, als doorgaande weg de stad van noord naar zuid doorsneed. Via de Zeilmarkt kwa men ze bij de Pottenkade, een haven waar aan de zuidkant het Prinsenhuis en het Arsenaal waren te zien. Het eerste was in 1582 gebouwd in opdracht van Willem van Oranje op de fundamenten van de nooit gerealiseerde citadel van Alva en had later gediend als onderkomen voor zijn weduwe Louise de Coligny, maar ook voor de graaf van Leicester en de andere Engelse gou verneurs in de periode dat Vlissingen ver pand was aan de Engelsen: van 1585 tot 1616. Het Arsenaal was in dezelfde periode gebouwd en diende als opslagplaats voor scheepstuig en -benodigdheden. Beide panden zouden in 1749 door brand wor den verwoest. Lopend langs het door de 8 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2014 | | pagina 18