tijd werkte ze bij het Afrika Museum in Berg en Dal. Een museum met een heel bijzon dere collectie. Verder is zij werkzaam geweest bij het Mariniersmuseum in Rotterdam. Hier had Annelies Visser de verantwoording voor de collectie, het verzamelbeleid van het mu seum, het expositiebeleid en de ontwikke ling van nieuwe tentoonstellingen. Dit mu seum draait net als het muZEEum op een kleine staf en veel vrijwilligers! Visser heeft dan ook ruime ervaring met een dergelijke organisatie. In ons muZEEum bestaat de organisatie uit betaalde krachten, krachten via Orionis en vrijwilligers. Een museum heeft ook een so ciaal-maatschappelijke functie vindt Visser. Daarom een sociale werkgever als Orionis, een leerwerkbedrijf dat voor zijn klanten probeert de stap naar de arbeidsmarkt te verkleinen door een tijdelijk dienstverband als bijvoorbeeld suppoost. Bij zo'n traject is uiteraard begeleiding belangrijk. Ook zijn er vrijwilligers op meerdere gebieden actief, administratief, als gastvrouw, rond leider. Dit zijn mensen die graag bezig zijn met cultuur, historie, maritieme zaken. Zij zijn betrokken bij het museum en eigenlijk zou de organisatie van het vrijwilligerswerk nog zakelijker aangepakt moeten worden, met groepen voor alle onderdelen. Het muZEEum heeft een sterke binding met de omgeving. De bezoeker stapt buiten ook direct in een maritieme sfeer: haven, waterkant, zeeschepen die op korte afstand voorbij komen. Het beloodsen van deze schepen is spectaculair om te zien. Dan is er ook nog scheepsbouw, jachtenbouw, off shore. Er is dus een duidelijke relatie tus sen de collectie en de omgeving. Het gaat er niet alleen om hoe het was, maar ook hoe het nu nog is. Visser vindt dat de be zoekers iets moeten beleven, de objecten moeten iets teweeg brengen, 'triggeren' is een woord dat zij gebruikt. Het gaat bij de expositie om het oproepen van sfeer zodat de bezoeker iets beleeft! De nieuwe inrichting van de afdeling WERK probeert daar ook op in te spelen. Maar zoals veel zaken kost dit alles veel tijd en er is nog veel te doen. (Het muZEEum kent vier af- (Foto: muZEEum) delingen: WATER - WERK - GLORIE en AVONTÜÜR) Een fraai voorbeeld van 'beleven' vormt de ontwikkeling in de Kazematten. Hier stapt de bezoeker binnen in 500 jaar ge schiedenis op een strategische plek, direct gelegen aan diep vaarwater. Kazematten uit 1811 en Vlissingse vestingwerken, het Keizersbolwerk uit 1548. Je zou het ge voel moeten krijgen: "waar loop ik nu?". Beleving dus! Het gaat om een combinatie van informatie en sfeerbeelden. Deze zomer waren de Kazematten te bezoeken voor een 'preview'. De bezoeker kon tijdens rondlei dingen, die vanuit het muZEEum werden georganiseerd een vooruitblik krijgen op de tentoonstelling die vanaf voorjaar 2014 te zien zal zijn. In het vorige nummer van Den Spiegel is daar uitgebreider over bericht. Nu zijn de Kazematten weer gesloten voor publiek, het natte seizoen, maar komende zomer zullen zij een belangrijk element zijn in wat het muZEEum te tonen heeft. Hoe een en ander georganiseerd gaat worden staat nog niet helemaal vast. Er wordt ge dacht over een soort combi-ticket, zodat de bezoeker zowel het muZEEum als de Kazematten kan bekijken. Voor Annelies Visser is samenwerking met Zeeuwse partners en Vlissingen in het bij zonder erg belangrijk. Zij wil de betrokken heid bij het Zeeuws Maritiem muZEEum vergroten en uitbouwen. Een museum moet niet alles bepalen, niet elitair uitgaan van de objecten, maar open staan naar buiten. Daarbij denkt Visser aan het be drijfsleven, toeristen, maar vooral ook aan 12 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2014 | | pagina 22