De stapelloop van onderzeeboot De Orzel in 1939.
(Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen)
Op 16 september 1946 verrichtte de direc
tie de aftrap. Er ging een brief uit naar de
minister van Justitie waarin gewezen werd
op de personeelssituatie in het bedrijf. De
minister werd verzocht de nodige Polen uit
Engeland tot Nederland toe te laten. Een
enquête had uitgewezen dat 700 man wel
iets voor De Schelde voelden. Gegadigden
zouden door de Schelde-bedrijfsarts wor
den gekeurd en de KMS wilde inzage van
de conduitestaten. Er zouden alleen onge-
huwden worden aangenomen, verplegend
personeel en geestelijke verzorgers zouden
meekomen.
Stichting Herstel Zeeland 1945
Werving van Polen was voor De Schelde
een nieuw fenomeen. De directie zocht
voor haar plannen dan ook steun bij de
Stichting Herstel Zeeland 1945. Die zag
wel wat in het idee en stuurde medio sep
tember 1946 een brief naar de Minister van
Sociale Zaken waarin de situatie bij de KMS
werd toegelicht. Gesteld werd dat het toe
laten van Polen de problemen bij de KMS
zou verlichten. Zij waren bereid de geboden
huisvesting (tehuizen/pensions) te accep
teren, mits zij dezelfde arbeidsvoorwaar
den en lonen als Nederlandse werknemers
zouden krijgen. Om ongewenste elementen
buiten de deur te houden zou streng wor
den geselecteerd.
De Stichting voorzag wel enige bezwaren
tegen de komst van de Polen naar de KMS
maar wees er op dat de Vlissingers op het
gebied van vreemdelingen wel wat gewend
waren: men had bijvoorbeeld de nodige
Belgische inwoners. Bovendien stonden de
Polen als bevrijders goed aangeschreven.
De Stichting ondersteunde de plannen van
de KMS en verzocht de minister om mede
werking.
De Minister van Sociale Zaken raadpleegde
zijn ambtgenoot van Justitie. Die stond niet
te juichen bij het verzoek van de KMS. Hij
Januari 2014
21