^}vi S T J NEDER-RHlj N. D IE VAN DEN TI Ï1RÏCHI By GISBEJIT TIMON tan PADÖENBTJ&G, MDCCIIXII. Titelblad van het patriottisch tijdschrift Post van den Neder-Rhijn, uitgave 1781. (Bron: Koninklijke Bibliotheek, Den Haag) Mogelijk wisten de autoriteiten niet wie de werkelijke schrijver was. Later zou hij nog veel soortgelijke gedichten schrijven die uiteindelijk terecht kwamen in de bundel Vaderlandsche gezangen van Zelandus uit 1785. Zijn stadgenoot Betje Wolff schreef wat gematigder en meer raadselachtig, maar was in woord en geschrift de zaak van de patriotten zo toegedaan dat zij na de mislukte staatsgreep tegen stadhouder Willem V in 1787 besloot om met haar vriendin Aagje Deken naar Frankrijk te vertrekken, tegelijk met enkele honderden andere prominente tegenstanders van de Oranjes. In de eerste jaren na 1787 werden veel patriotten voor het gerecht gesleept en veroordeeld tot lange gevangenisstraffen of verbanning. In 1797, toen Willem V al drie jaar als banneling in Engeland verbleef en de Fransen heer en meester waren in de Republiek, keerden de twee vriendinnen te rug. Of ze de staatsvorm van hun dromen aantroffen is nog maar de vraag. We weten dat de idealistische en vaderlandslievende Nederlandse patriotten in 1795 de Fransen met gejuich hadden ingehaald, maar ook dat het beloofde paradijs van vrijheid, ge lijkheid en broederschap er nooit is geko men. De Franse kruistocht door Europa bleek niets meer en niets minder te zijn dan een met geweld en onderdrukking onder steunde poging een wereldrijk te vestigen onder Frans gezag. Een bijzonder cultureel klimaat Terug naar Vlissingen en het patriottisme van Bellamy en Wolff. Het is interessant om te onderzoeken in hoeverre het gedachte goed van de twee op zich zelf stond of juist voortkwam uit het politieke en culturele kli maat in de stad die we tot nu toe vooral hebben leren kennen als een Oranjegezinde gemeenschap van kleine ondernemers, zeelieden en onderklassen. Vooral de laat ste groep was in aantal enorm toegeno men omdat de economie van Vlissingen zich in zwaar weer bevond. Dat was zo in de hele Republiek maar kwam in steden als Vlissingen, waar weinig variatie was in economische activiteit, extra hard aan. Zelfs in de belangrijkste bezigheden van de Vlissingers, de kaapvaart en de (ille gale) slavenhandel, was weinig brood meer te verdienen. In de eerste plaats omdat er nauwelijks oorlogen waren geweest en in de tweede plaats omdat er van overheidswege steeds strenger werd opgetreden tegen het buiten de officiële regels om vervoeren van slaven van Afrika naar Amerika. Het gevolg was dat de mensen die wat in hun mars hadden, naar elders vertrokken en dat de stad bleef zitten met grote groepen werklo zen en arbeidsongeschikten. Het wonderlijke was dat er, met dit som bere decor op de achtergrond, vanaf 1740 een cultureel klimaat ontstond dat landelijk 4 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2014 | | pagina 10