Verrader! Monster! Vloek der aarde!
Zichtbaar verleden (Vlissingen 1315-2015)
Hier vindt u het tiende artikel van de reeks 'Zichtbaar verleden (Vlissingen 1315-2015)' die
bestaat uit zestien verhalen over de geschiedenis van Vlissingen. Het laatste artikel zal ver
schijnen in het vierde nummer van 2015, het jaar van het zevende eeuwfeest van Vlissingen,
dat in 1315 haar stadsrecht kreeg. Het bijzondere aan de verhalen is dat ze geschreven wor
den uitgaande van een nog aanwezig overblijfsel uit de geschiedenis van Vlissingen. Dat
kan een document zijn, maar ook een voorwerp, een schilderij, een standbeeld, een stadsge
zicht of een gebouw. De redactie verwacht zo een brug te slaan tussen de op schrift gestelde
geschiedenis in Den Spiegel en de te bezichtigen ofte raadplegen originele overblijfselen in
het muZEEum, het Gemeentearchief Vlissingen en de stad zelf. Dit tiende artikel gaat over
twee Vlissingse literaire helden uit de achttiende eeuw die hun mening over politiek niet
onderstoelen of banken staken.
Zichtbaar verleden (Vlissingen 1315 - 2015),
deel 10: Het patriottisme van Jacobus Bellamy en Betje Wolff
Peter van Druenen
De politiek in de Zeven Verenigde Nederlanden
in de tweede helft van de achttiende eeuw werd
beheerst door de conflicten tussen aanhangers
en tegenstanders van stadhouder Willem V:
de Orangisten en de Patriotten. Dat beperkte
zich niet tot het gesproken woord.
In tegendeel, regelmatig was er over en weer
sprake van fysiek geweld en aanslagen op
eikaars woonhuizen, bedrijven en kantoren. In
de geschiedenisboekjes van de negentiende en
twintigste eeuw lezen we dat de Orangisten tot
het goede kamp behoorden en de Patriotten tot
het slechte. Oppervlakkig bezien valt daar wel
wat voor te zeggen omdat gedurende de Franse
tijd, van 1795 tot en met 1813, de eerste groep
was verboden door de tweede, die bovendien
collaboreerde met de bezetters. Het waren
de helden tegen de onderkruipers, de
vaderlandslievenden tegen de landverraders.
De werkelijkheid lag genuanceerder.
Neem nu de twee grote literaire helden uit
het Vlissingen van de achttiende eeuw:
Jacobus Bellamy en Betje Wolff, tegen
woordig gezien als behorend tot de top vijf
April 2014
van de grootste Nederlandstalige schrijvers
uit de achttiende eeuw, naast Belle van
Zuylen, Justus van Effen en Rhijnvis Feith.
Beiden waren ze met volle overtuiging pa
triot. Beiden schreven ze hierover, soms in
gehouden en cryptisch, soms recht voor z'n
raap en met een taalgebruik waarvan zelfs
de huidige generatie internetreaguurders
het schaamrood op de kaken zou krijgen.
Zo schreef Bellamy onder het pseudoniem
Zelandus in 1781 het gedicht Aan eenen
Verrader des Vaderlands, een verwijzing
naar de toenmalige stadhouder Willem V.
Wat denkt u van passages als:
't Was nagt, toen u uw moeder baarde,
Een nagt, zoo zwart als immer was;
Verrader! monster! vloek der aarde!
Vernedrend schepsel der Natuur!
Hij zal zijn Vaderland verraden!
De Vrijheid trappen op de borst!
Het tijdschrift Post van den Heder-Rhijn
waarin Bellamy dit gezagsondermijnende
gedicht publiceerde, werd naar aanleiding
van deze publicatie verboden. De redac
tie wachtte een gerechtelijke vervolging
maar Bellamy zelf werd met rust gelaten.
r
3