Compagnie reedde in dezelfde periode dat
de Magdalena Maria in de vaart was 33 sla
venschepen uit, waarvan er twaalf met
verlies werden afgesloten. Dat leverde een
gemiddelde winst op van 6.615 gulden per
slavenreis. Opvallend is dat van de twaalf
verliesleidende slavenreizen er negen op
eenvolgende driehoeksreizen waren. Die
vonden tussen 1763 en 1767 plaats, pre
cies in de periode waarover de administra
tie van de Magdalena Maria onvolledig is.
Met mogelijke verliezen moeten we dus
rekening houden. Waardoor deze opeen
volgende slavenreizen met een 'kwaad
slot' eindigden, is niet helemaal duidelijk.
Processen die effect hebben gehad op de
marktwerking zijn wel aan te wijzen. Zo
nam de internationale concurrentie toe na
het einde van de Zevenjarige Oorlog en dat
zal de slavenmarkt zeker beïnvloed hebben.
Het rendement op het geïnvesteerde kapitaal
van de 33 MCC-slavenreizen bedroeg 6,6%.
Als we ervan uitgaan dat de tweede en der
de slavenreis van de Magdalena Maria geen
profijt heeft opgeleverd dan komt de gemid
delde winst van het Vlissingse fregat uit op
4.150 gulden, of een rendement van 6,7%.
De uitredingskosten van het betrekkelijk klei
ne Vlissingse fregat waren namelijk een stuk
lager dan die van de MCC-slavenschepen. Zo
bedroegen de gemiddelde investeringskosten
van de 33 slavenreizen van de MCC 90.700
gulden. Die van de Magdalena Maria slechts
62.400 gulden.
Zeggen deze resultaten iets over de winstge
vendheid van de Nederlandse slavenhandel
in de vrijhandelsperiode? Het antwoord is
ja en nee. Ja, wanneer men geïnteresseerd
is in de rendabiliteit van de slavenhandel in
haar conjuncturele hoogtijdagen, waartoe
de jaren zestig van de achttiende eeuw be
hoorden. Nee, wanneer men inzicht wil heb
ben in de winstgevendheid over de gehele
vrijhandelsperiode. Het rendement van alle
geslaagde slavenreizen van de MCC was
namelijk maar 2,6%. Daar zijn de indirecte
kosten van het bedrijf en het verlies van de
door de Engelsen genomen slavenschepen
nog buiten beschouwing gelaten.
Over de auteur:
RUUD PAESIE (1956) is maritiem histo
ricus. Hij publiceert over uiteenlopende
maritieme onderwerpen.
Bronnen en literatuur
Gemeentearchief Vlissingen
Aanwinsten 1960- inv.nr.126, Scheepslading
America van rederij Jan de Zitter Zonen, 1766.
DTB-registers Hervormde gemeente Vlissingen.
Archief van de familie Clijver.
Het Utrechts Archief (Utrecht)
Archief van de familie De Beaufort, inv.nr. 317,
Rekening-courant slavenschip Magdalena Maria,
1761-1772.
Nationaal Archief (Den Haag)
Aanwinsten, inv.nr. 2093, Lijst van op Afrika geva
ren schepen, 1762-1786.
Stadsarchief Amsterdam
Archief van notarissen in Amsterdam, inv.nr. 10516/
1215, Contract Jan de Zitter Zonen, 4 juli 1760.
Zeeuws Archief (Middelburg)
Archief MCC.
Literatuur
Gallandat, D.H., 'Noodige onderrichtingen voor
de slaafhandelaaren' in: Verhandelingen van het
Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, deel I
(1769) 422-460.
Goslinga, C.Ch., The Dutch in the Carribean and in
the Guianas, 1680-1791 (Assen 1985).
Heijer, H.J. den, Goud, ivoor en slaven. Scheepvaart
en handel van de Tweede Westindische Compagnie
op Afrika, 1674-1740 (Zutphen 1997).
Middelburgsche Courant, 1760-1790.
Paesie, R., Geschiedenis van de MCC (Zutphen
2014).
- Postma, J.M., The Dutch in the Atlantic Slave Trade
1600-1815 (Cambridge 1990).
Unger, W.S., 'Bijdragen tot de geschiedenis van de
Nederlandse slavenhandel. II: De slavenhandel der
Middelburgsche Commercie Compagnie, 1732-
1808', in Economisch Historisch Jaarboek 28 (1958-
1960) 3-148.
Wijk, E. van, 'Kruitmolens op Walcheren', in De
Wete, Heemkundige Kring Walcheren, jaargang 18,
nr. 2 (1989) 8-17.
www.slavevoyages.org (mei 2014)
14
Den Spiegel