Abraham van Doorn en de West Jaco Simons Hij bekleedde de hoogste functies binnen het Vlissingse stadsbestuur en de Zeeuwse gewestelijke regering, bezat onder meer het Van Dishoeckhuis en de buitenplaats Der Boede waar hij in 1811 Napoleon ontving. De illustere mr. Abraham van Doorn kwam voort uit een geslacht van plantagedirecteuren/-eigenaren, dat in 1694 het avontuur aanging in de West. Toen Abraham in 1760 werd geboren in noordelijk Zuid-Amerika hadden al drie generaties Van Doorn gewoond en gewerkt in de van oorsprong Zeeuwse kolonies Berbice en Essequibo. Abrahams voorzaten waren overgrootvader Hendrik, grootvader Abraham en vader Hendrik. Omwille van de overzichtelijkheid van dit artikel worden deze heren Hendrik sr., Abraham sr. en Hendrik jr. genoemd. Mr. Abraham van Doorn (foto) wordt aangegeven als Abraham jr. Op 31 mei 2014 was het precies tweehonderd jaar geleden dat deze bijzondere man overleed. Berbice en Essequibo zijn namen die exo tisch in de oren klinken. Beide zijn ver bonden aan rivieren in het noorden van Zuid-Amerika en maken deel uit van het deltagebied van het tegenwoordige Guyana. Dat land is ingeklemd tussen Suriname en Venezuela. Al vóór 1600 werden enkele delen van dit gebied door de Zeeuwen interessant bevon den en op eenvoudige wijze ontgonnen. Dat leidde in 1626 tot de stichting van een ko lonie aan de Essequibo. Dit initiatief werd beheerd door de Kamer Zeeland van de West-Indische Compagnie (W1C). In 1627 volgde de kolonisering aan de Berbice. Hoewel deze kolonie onder het patroon schap stond van de Walcherse koopman en WIC-bestuurder Abraham van Pere en dus een particulier initiatief was, ging er bij de Portret Abraham van Doorn. (Privécollectie familie Van Doorn) oprichting toch toestemming van de WIC aan vooraf. In de genoemde eind zestiende-eeuwse ontplooiingen was er handel in producten als orleaan en zout met de oorspronkelijke bewoners, de indianen. Zo ontstonden er in de loop der tijd gemengde indiaans-Ne derlandse economische activiteiten, alles echter nog op kleine schaal. Later gingen de kolonisten over op het bedrijven van tropische landbouw, die aan het einde van de zeventiende en in de achttiende eeuw steeds omvangrijker werd. Die ontwikke ling leidde tot het ontstaan van plantages aan de genoemde rivieren, waar voorname lijk suiker, koffie, cacao en katoen werden geproduceerd. Hendrik van Doorn in Berbice Als we mr. Abraham van Doorns voorou ders in Zuid-Amerika willen volgen, moe ten we beginnen aan de Berbice en ons verplaatsen naar het einde van de zeven tiende eeuw. In deze niet ver van Suriname gelegen Zeeuwse plantagekolonie had in 1689 een Franse aanval met kapersche pen plaatsgevonden, waarbij verschillen- Juli 2014 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2014 | | pagina 23