Mini ATI) GXAJCRA AT De Franse generaal Claude Ignace Francois Michaud die in januari 1795 aan de in Vlissingen gelegerde generaal de Brauw liet weten dat hij op bevel van bo venaf Walcheren kwam bezetten. (Bron: kopergravure uit 1795 van G. Koekers, GAV, Historisch Topografische Atlas, nr. 1708) korte duur. De Fransen trokken op 6 janu ari Walcheren binnen en verboden meteen het dragen van oranje symbolen die onder de Bataafse Republiek, zelf amper drie we ken oud, nog waren toegestaan. Het aan tal manschappen bleek te zijn verhoogd naar 3.000 en korte tijd later tot maar liefst 9.000, waarvan de helft op Walcheren moest worden ondergebracht. Het aantal plaatsen in de kazernes was bij lange na niet voldoende om deze enorme legermacht te huisvesten en er werd al snel een beroep gedaan op particulieren. Er was daarbij nauwelijks sprake van enige regulering van bovenaf en de manschappen konden zelf uitzoeken in welk huis zij het meest comfor tabel konden bivakkeren. Wanneer ze hoor den dat het ergens anders beter was, werd er verhuisd. De vergoeding die ze kregen voor de inkwartiering werd tegen de regels in gebruikt om voedsel te kopen dat voor een deel werd doorverkocht aan de gezin nen waarbij ze logeerden. De totale kosten voor Zeeland bedroegen in de eerste twee maanden na de capitulatie ruim 200.000 gulden. Ook dat was in strijd met de afspra ken van 6 februari omdat de Fransen in hun eigen levensonderhoud zouden voorzien. De overlast was waarschijnlijk het grootst in Vlissingen, dat als havenstad in de plannen van de Fransen een prominente rol speel de. Het begon meteen al op de eerste dag van de bezetting toen generaal Gamier een wijnpakhuis liet openbreken, er voldoende drank uit ontvreemdde om de eerste dagen te kunnen doorbrengen en de rest van de voorraad verzegelde en liet bewaken voor later gebruik. In de weken daarna onder vond de stad een hoeveelheid overlast waarvan de ingekwartierde Spaanse en Waalse soldaten omstreeks 1572 nog wat hadden kunnen leren. Het verschil met die periode, ruim tweehonderd jaar eerder, was dat er door de Vlissingers nu weinig werd gedaan om de overlast te verminderen, laat staan om de Fransen de stad uit te zetten. Dat kwam deels vanwege de ambivalente gevoelens die er waren over de nieuwe be zettingsmacht: was het een vijand of juist een bevrijder? In hun schriftelijke commu nicatie spraken de Fransen over het laatste, in hun handelen bleek echter meestal het eerste en was Vlissingen hard op weg om onder dwang een Franse stad te worden: Flessingue. In Parijs waren de onderhandelaars inmid dels begonnen om het overkoepelende verdrag tussen de Bataafse Republiek en Frankrijk in elkaar te zetten. De Neder landse delegatie, die namens de Staten Generaal bestond uit de ministers Jacobus Blauw en Caspar Meijer, werd op 18 april versterkt met een groep Zeeuwen die op eigen initiatief naar de Franse hoofdstad was afgereisd om te pleiten voor een onaf hankelijk Vlissingen. De delegatie bestond uit vijf heren, waaronder de oud-pensi onaris van Vlissingen Nicolaas Cornelis Lambrechtsen, die op dat moment de ver tegenwoordiger van zijn geboortestad was Oktober 2014 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2014 | | pagina 15