veel openbare gebouwen, waaronder het monumentale stadhuis dat tweehonderd jaar lang had gegolden als het mooiste van de provincie. Tijdens het tweedaagse gevecht vielen er 1.000 Engelse en 3.000 Franse doden. De nieuwe bezetters zouden maar kort blijven. Napoleon was begonnen met de voorbereidingen om Walcheren en Vlissingen terug te veroveren en werd ge holpen door de Zeeuwse koorts waarmee in die tijd waarschijnlijk malaria werd be doeld. In Zeeland heerste de ergste vorm van deze ziekte: malaria tropica. De zieke soldaten leden aan een opgezette milt, koorts en bloedige diarree. Ze hadden een gele huidskleur en overleden als gevolg van algehele uitputting, bloedarmoede of hartzwakte. Er werden maar liefst 10.000 Engelse soldaten ziek waarvan er ongeveer 2.000 stierven. Eind december werd, ook uit geldgebrek, besloten om de troepen te rug te trekken. Het Franse leger kon zon der slag of stoot terugkeren. De Engelsen hadden nog wel vlak voor hun vertrek een groot deel van de nog in tact zijnde haven werken en versterkingen vernield. De gebeurtenissen gedurende deze korte periode en het gemak waarmee zijn belang rijkste militaire haven Vlissingen was inge nomen, hadden Napoleon aan het denken gezet. Het was voor hem duidelijk dat dit nooit meer mocht gebeuren en hij gaf het startsein voor een ingrijpende verbouwing van de vestingwerken in en om de stad. (Jit die tijd stammen de Grote Kazerne aan de huidige Boulevard de Ruyter en het Militair Hospitaal langs de Vissershaven die beide later weer zijn afgebroken, maar ook het Keizersbolwerk in de vorm zoals we het nu kennen en de kazematten die er ook nog steeds zijn en waarvan een deel is gere noveerd en opengesteld voor publiek. Om de stad heen werd de zeewering aanzien lijk versterkt. De West- en de Oostbeer zijn hiervan nog overblijfselen. De Dokhaven kreeg een ingrijpende opknapbeurt en bui ten de stad werden vijf forten gebouwd die in de loop van de negentiende en twintigste eeuw allemaal weer zijn gesloopt. De werkzaamheden waartoe Napoleon op dracht had gegeven en die miljoenen fran ken hadden gekost, waren niet in de eerste plaats bedoeld als goedmakertje voor de Vlissingers. De plannen waren onderdeel van de laatste krachtinspanningen van het Franse keizerrijk om de oorlog die het twintig jaar eerder was begonnen, alsnog tot een goed einde te brengen. Toch was er ook sprake van wat herstelbetalingen. In 1808 had Napoleon al bijgedragen aan het opbouwen van de stad na de zware over stroming van januari 1808 en in 1809, na het bombardement, schonk hij twee mil joen frank waarvan de helft ook daadwer kelijk werd uitbetaald. De keizer kwam in 1810 en 1811 naar Vlissingen om zelf de voortgang te kunnen controleren. In 1813, toen Frankrijk was verslagen en Nederland een zelfstandig koninkrijk werd, bleek dat de verbouwing zinloos was geweest, maar Franse kaart van Vlissingen na de rea lisatie van de versterkingen vanaf 1809 (Plan de la ville et des fortifications de Flessinque 1813) (Bron: Ingekleurde pentekening uit 1813, GAV, Historisch Topografische Atlas, nr. 2190) 12 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2014 | | pagina 20