boot, namelijk die van de PSD. In 1950 was de opstelplaats voor het veer naar Breskens voor het station aangelegd. In de jaren '80 werd dit verplaatst naar de oost kant van het station, tussen het spoor en de Buitenhaven tot in 2003 de situatie weer wijzigde. Door de opening van de Wester- scheldetunnel werd de veerverbinding Vlis- singen-Breskens gereduceerd tot een fiets/ voetveer. De Watersnoodramp Bij de bouw van het nieuwe station van Vlissingen en in de jaren erna werd het em placement ingrijpend gewijzigd. Korte tijd na de ingebruikname van het station ontstond echter weer schade, toen als gevolg van de Watersnoodramp op 1 februari 1953 het em placement ongeveer 20 centimeter onder water kwam te staan. Ook het spoor was bij één van de twee seinhuizen onderspoeld. Op 2 februari werd het gat bij Seinhuis A in Vlissingen gedicht, een dag later volgde het dichten van een groot gat in de dijk, waar na op 3 februari het in Vlissingen aanwe zige dieselelektrisch treinstel DE5 nummer 184 een pendeluurdienst ging uitvoeren op Arnemuiden. Pas na een halfjaar was de ge hele Zeeuwse lijn weer hersteld. Niet alleen de nieuwe werkplaatsen van de SMZ kregen in 1954 een aansluiting op het spoorwegnet, ook nog diverse andere be drijven kregen een aansluiting op het em placement, zoals de PZEM die in diezelfde tijd een nieuwe kolengestookte elektrici teitscentrale aan de Edisonweg in gebruik nam. Voor de PZEM was er veel kolenaan- voer per trein, maar ook werden regelmatig kabelhaspels via het spoor vervoerd. Ook vanuit de Buitenhaven en beide binnen havens was vanaf de jaren '60 weer veel spoorvervoer via het emplacement van Vlissingen. Tijdens de modernisering van de beveili ging van de Zeeuwse lijn in 1957, waarbij onder andere de spoorlijn werd geëlektrifi ceerd en er op afstand bedienbare seinen, wissels en spoorwegovergangen kwamen, werd een nieuw seinhuis gebouwd nabij het einde van de perrons. De beide vooroor logse seinhuizen waren toen al afgebroken. Het nieuwe seinhuis was eenzelfde type als te Goes. Het heeft dienst gedaan tot 1992 en is daarna afgebroken. In 1975 werd op het emplacement een wasmachine geïnstalleerd voor het reinigen van materieel. Deze doet nog steeds dienst. Verplaatsing van de havenactiviteiten en het inkrimpen van het spoorwegbedrijf Vanaf de jaren '70 verplaatsten zich de havenactiviteiten vanuit Vlissingen steeds meer naar de Sloehaven, Vlissingen-Oost genoemd. Samen met de landelijke ver schuiving van rail- naar wegtransport be tekende dit een geleidelijke afname van het goederenvervoer per trein rondom het eindpunt van de Zeeuwse lijn. üiteindelijk werd op 2 juni 1985 Vlissingen officieel ge sloten als goederenstation. Twee jaar later werden de raccordementen naar de PZEM en de al jaren leegstaande werkplaats van de SMZ opgebroken. In 1990 beëindigde de Koninklijke Maatschappij De Schelde het contract voor een spooraansluiting met de NS, eind 1991 werden de sporen opgebro ken. De havensporen in de Buitenhaven en beide binnenhavens verdwenen een jaar la ter. Toen werd eveneens het emplacement sterk vereenvoudigd. Vlissingen, eens een bedrijvig kopstation als eindpunt van de Zeeuwse lijn, is hier mee gereduceerd tot een station dat van daag de dag enigszins geïsoleerd en verla ten in het oude havengebied van Vlissingen ligt. Van de vroegere drukte is weinig meer terug te vinden. Het station Vlissingen op 28 juni 1973 met twee elek trische treinstellen. J.G.C. van de Meene. Januari 201 5 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2015 | | pagina 31