Jamk/rA&iM
burgemeester gekregen: Arie Smit, te
vens president-commissaris van de nieuwe
scheepswerf De Schelde die in 1875 was
opgericht. Hoewel de afzet van de gas
fabriek na de komst van de werf behoor
lijk was aangetrokken, overheerste na de
komst van Smit de mening dat je dergelijke
diensten maar beter kon overlaten aan het
particuliere initiatief. Bovendien was de fa
briek nog steeds verliesgevend. In het laat
ste boekjaar 1879 was er een negatief saldo
van 21.424 gulden en dat drukte zwaar op
de gemeentelijke begroting. De gemeen
teraad wijdde vier vergaderingen aan dit
onderwerp en besloot op 10 juni 1880 tot
Op een pomp in de Nieuwstraat omstreeks 1880 was
een gaslantaarn gemonteerd (Bron: Gemeentearchief
Vlissingen, beeldcollectie nr. FA23384)
de verkoop van het nutsbedrijf. De Engelse
multinational Continental Gas Association
was al jaren bezig om vaste grond onder
de voeten te krijgen op het Europese vaste
land en had in Nederland al fabrieken kun
nen overnemen in Rotterdam, Amsterdam
en Haarlem. De koopovereenkomst telde
34 artikelen en regelde vooral de openbare
stadsverlichting. Zo moesten de lantarens
gemiddeld minstens 1.900 uur per jaar
branden met een minimum van drie uur
per dag. Er mocht maar één soort brander
worden gebruikt die niet meer dan 170 li
ter gas per uur verbruikte en die een licht
gevend vermogen had dat gelijk was aan
14 spermacetikaarsen die waren gemaakt
van potvissenolie. De gemeente ging hier
voor één cent per uur per lantaren betalen.
In 1880 waren er 237 lantarens. De totale
kosten voor de gemeente bedroegen daar
mee jaarlijks 4.500 gulden, nog maar een
kwart van de kosten die ze kwijt was aan
het verlies op de fabriek. Het aanstellen van
een ondernemer als burgemeester wierp zo
zijn vruchten af. Ook particulieren konden
uiteraard gebruik maken van de diensten
van de gasfabriek op voorwaarde dat zij
minstens drie maanden gas zouden afne
men. De fabriek was dan verplicht om een
leiding naar de betreffende woning aan te
leggen en een gasmeter te plaatsen. De
gasprijs werd vastgesteld op twaalf cent per
kubieke meter, twee keer zo veel als het
bedrag dat de gemeente betaalde voor de
verlichting van de straten en de openbare
gebouwen. De eerste jaren van de fabriek
na 1880 waren waarschijnlijk verliesge
vend. Hoewel de Kamer van Koophandel
in 1883 rapporteerde dat de gasproductie
succesvol was, werd een verzoek van de
gemeente om een tariefverlaging afgewe
zen omdat de opbrengsten van de fabriek
een mindere prijs niet toelieten en het ka
pitaal onvoldoende rente opbracht. In 1887
was die toestand blijkbaar zo veranderd dat
er een prijsdaling kwam van maar liefst 25
procent: het gas dat was bestemd voor ko
ken en verwarming in particuliere huizen
werd verlaagd naar negen cent per kubieke
meter. Verlichtingsgas kwam op tien cent.
En daarmee liep de directie van de gas
fabriek vooruit op een ontwikkeling zoals
we die tegenwoordig nog steeds kennen:
we gebruiken gas om voedsel te bereiden
en kachels te laten branden en al lang niet
meer om onze huizen en straten te verlich
ten. Want daarvoor gebruiken we elektrici
teit.
0,25 per kWh
In november 1908 kreeg het stadsbestuur
van Vlissingen een brief van de ICGA, de
moedermaatschappij van de gasfabriek
in Londen, waarin werd gevraagd of er
belangstelling was voor het leveren van
elektriciteit in de gemeente, te gebruiken
voor verlichting maar ook voor de aan
drijving van motoren in fabrieken, werk
plaatsen en vooral trams. Vlissingen kende
al vanaf 1881 een stoomtramverbinding
Januari 201 5
5